Wat bezielt de jeugd?
Dit moest een Young Lab sessie ‘light' worden, een paneldiscussie van zo'n 18 jongeren van het Rotterdamse jongerenproject Young World. Jongeren van 17-23 draaien steeds drie maanden mee in dit project en discussiëren ondermeer met bedrijven over de eeuwige vraag: ‘Wat bezielt de jeugd?'.
De animo voor deze workshop was enorm, want er is nauwelijks een organisatie in onze sector die er níet mee worstelt: hoe bereik/bind je jongeren? Bij veel organisaties zijn kinderen tot een jaar of 14 enthousiaste aanhangers om vervolgens in het niets te verdwijnen en -vaak- rond hun 30e, 35e weer terug te komen.
Uitzonderingen: War Child en Dance for Life.
Young World
De jongeren gingen met de zaal in debat, steeds twee jongeren met een stuk of zes ouderen. We begonnen met een uitgebreide uitleg over de doelstellingen van Young World. Het project wil binding creëren van jongeren met zichzelf en hun eigen talenten en wensen, met andere jongeren en met de wereld. Dat alles met behulp van het nieuwe buzzwoord: co-creatie. En dat is vooral niet hetzelfde als compromissen en polderen, benadrukte Young World - medewerker Daniel Rötting.
‘Elkaars mening respecteren en delen, alle meningen op elkaar leggen en zo gezamenlijk tot nieuwe inzichten en een groepsvisie komen.' Waarvan iedereen dan ‘co-owner' is.
Materialistisch
Dat ging natuurlijk mis. De jongeren (ver in de minderheid) werden onmiddellijk besprongen: hoe lieten zij zich in vredesnaam bereiken en misschien zelfs wel binden? Hoewel de co-creatie niet helemaal uit de verf kwam, werd het een spetterende bijeenkomst.
Kernvraag: Waarom vinden goede doelen zo moeizaam aansluiting bij jongeren?
‘Jullie kiezen de verkeerde media.' ‘Jullie zijn saai.' ‘Jullie zijn negatief, veel te veel zielige kindertjes.' ‘Bij jullie zitten alleen oude mensen'. ‘Jullie praten te veel en je moet altijd veel lezen bij jullie.' Maar de bottom line werd consequent vastgehouden door Esra Bagram (17): ‘Wij zijn gewoon materialistisch. Wij hebben ons geld nodig voor kleren en mobieltjes.'
Onmiddellijk bestreden door anderen: ‘Welnee, ik heb ook heel veel schulden, maar ik geef toch. Dat is een kwestie van opvoeding, je krijgt het van huis mee.'
Begrip lidmaatschap?
Dat was sowieso opmerkelijk: alle jongeren associeerden goede doelen met ‘geld geven' en vooral: ‘om geld gevraagd worden'. Opmerkelijke opmerking: ‘Ik geef nooit geld. Maar ik ben wel lid van Artsen zonder Grenzen, Rode Kruis en nog een paar.' Misschien te begrijpen in het licht van trendwatcher Carl Rohde die onlangs elders vertelde dat jongeren registreren (op internet) als doodnormaal beschouwen, maar dat is heel wat anders dan je verplichten of voor een lidmaatschap betalen. Illustratief: ‘Ik had me aangemeld op de site van de Consumenten-bond en toen moest ik óók nog betalen! En ik was dus al lid!' Kortom: lid ben je door je naam op te geven, en waardevolle content is natuurlijk gratis. Iets om rekening mee te houden.
Vrijwilligerswerk kan óók
Een andere terugkerend geluid: ‘Alles duurt altijd zo lang bij jullie.' Niet alleen de projecten en werkzaamheden zelf (de millenniumdoelen!! ‘Dan ben ik al getrouwd en heb ik al kinderen!!'), maar ook de reactie nadat een jongere belangstelling heeft getoond. ‘Ik was alweer vergeten dat ik zo'n kaartje had ingevuld op straat.'
Essentieel: aansprekende evenementen. ‘De goede doel is de goede doel, dat maakt mij niet uit, als ik maar los kan gaan,' aldus een jongen die niet kon vertellen voor wélk goed doel een bepaald fantastisch event was geweest.' Belangrijk vond hij dat niet. ‘Zal wel goed zijn, toch?'
Vrijwilligerswerk werd nauwelijks beschouwd als inzet voor het goede doel. Maar veel van deze jongeren deden het wel degelijk. ‘Ik train de kleintjes bij voetbal. Dat is toch normaal?'
‘En niet Ali B., he?'
Een paar rode lijnen kwamen in de levendige bijeenkomst naar boven: wees positief, overstroom jongeren niet met info, wees snel, zoek jongerenambassadeurs (‘en niet weer Ali B., he?') bied kortdurende projecten aan en vraag ‘s een keer níet om geld, maar om andere vorm van betrokkenheid en actie. ‘En natuurlijk moeten jullie op Hyves, daar zit de Engelse koningin ook op.'
Af en toe probeerde de begeleider ons nog naar de co-creatie te praten. ‘Dit is geen vragenuurtje.' Tevergeefs. De jongeren doorstonden het spervuur goedmoedig. Esra: ‘Ze willen altijd weten wat wij denken. Ik weet niet goed waarom.'
Misschien biedt dat nog de meeste stof tot nadenken.
Zie ook: www.reyc.nl