Een maand terug legde de Donateursvereniging een klacht over een radiospotje van het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) voor aan de Reclame Code Commissie. Zie ook eerdere berichtgeving hierover in FM. Afgelopen week besliste de RCC in het voordeel van de Donateursvereniging. “Het is goed dat het CBF nu eens op de vingers getikt is.”
De frictie tussen CBF en Donateursvereniging zat hem in de passage dat het CBF “controleert of uw geld terecht komt waar u het voor bedoeld heeft”. De DV stelde dat het CBF de bestedingen van de goede doelen niet controleert en dat dus ook niet mag pretenderen. De Reclame Code Commissie is het met die visie eens en beveelt aan dat het CBF niet meer op een dergelijke manier reclame maakt.
Esther Jacobs, voorzitter van de Donateursvereniging: “Ik denk dat het oordeel van de Reclame Code Commissie in meerdere opzichten belangrijk is. In de eerste plaats omdat ik al langere tijd registreer dat men zich in de branche ergert aan het feit dat het CBF het ene doet en het andere communiceert. Er is niemand die het CBF controleert. In die zin is het goed dat het CBF nu eens op de vingers wordt getikt.”
Was het nodig om op ramkoers met het CBF te gaan zitten? Jacobs: “In eerste instantie was het niet de bedoeling om de gang naar de RCC te maken, maar er samen uit te komen. Dat is niet gelukt. En eigenlijk is het CBF het ook nu nog niet eens met de uitspraak van de RCC. Ik kan me wel voorstellen dat van deze uitspraak het effect uitgaat dat men in de toekomst wat eerder geneigd zal zijn om naar onze suggesties te luisteren.”
Dat het CBF het niet eens is met de uitspraak van de Reclame Code Commissie is correct. De keurmerkverstrekker stelt dat niet wordt beweerd dat het de doelmatigheid van bestedingen controleert, maar enkel dat het geld wordt uitgegeven aan het doel waar het voor is geworven. Om “misverstanden te voorkomen” zal de zin in het spotje worden aangepast.
Heeft de gang van zaken rond het radiospotje de verhoudingen tussen CBF en Donateursvereniging geschaad? Jacobs: “Ik denk dat het meevalt. Er was weinig vreugde bij het CBF over het feit dat we de kwestie hebben voorgelegd aan de RCC. Maar de insteek is ook bij het CBF dat er ruimte moet zijn om kritisch naar elkaar te kijken. Er is intensief contact en die contacten verlopen in goede sfeer. Beide vinden we dat de sector en het publiek gebaat zijn bij openheid, onafhankelijkheid en samenwerking. Om een signaal af te geven hebben we dan ook samen een persbericht uitgebracht naar aanleiding van de uitspraak.”