In een artikel in het ondernemersblad Sprout worden de financieringsmogelijkheden voor sociale ondernemers op een rijtje gezet. Die mogelijkheden worden grotendeels overgenomen van de website van Socialenterprise.nl. Interessant is de ‘lingo’ die in de wereld van het maatschappelijk ondernemen wordt gehanteerd.
Volgens Sprout-expert Bert Wams zijn sociale ondernemingen ‘ondernemingen die maatschappelijke problemen willen oplossen en die een dienst of product leveren. Ze zitten tussen goede doelen en commerciële bedrijven in, maar er moet uiteraard wel geld verdiend worden.’
In het rijtje met financieringsmogelijkheden geen verrassingen, al ontbreekt een analyse welke financiers op dit moment de sociale ondernemers het meeste kapitaal verstrekken. Zo blijft in de lucht hangen hoe maatschappelijke impact in ons land op dit moment eigenlijk gefund wordt.
Wams begint met private financieringsvormen en eindigt met banken en overheid, waarvan bekend is dat hun ‘gunfactor’ verwaarloosbaar is in vergelijking met die van bepaalde private financiers. Wams over crowdfunding: ‘Omdat sociale ondernemingen een (extra) gunfactor hebben, lijkt de feelgood investeerder de voor de hand liggende doelgroep.’
De ‘feelgood investeerder’? Mmm. Wat te denken van de ‘business angel’: dat is iemand die privé investeert in bedrijven. Deze financiers worden volgens Wams ook wel particuliere of ‘informele investeerders’ genoemd: naast financieel rendement kunnen affiniteit met een branche of met een maatschappelijk doel ook redenen zijn om te investeren.
Ook noemt Wams nog een relatief nieuwe vorm van samenwerking met een investeerder: een social impact bond (SIB). Volgens de Sprout-expert is een SIB: ‘een (grote) gemeente, een private investeerder en een sociale onderneming sluiten een sociaal prestatiecontract. Als de ondernemer de maatschappelijke doelen (besparingen) haalt, betaalt de gemeente de investeerder terug. Deze vorm wordt ingezet bij arbeidsintegratie, maar is mogelijk ook op andere thema’s toe te passen zoals bijvoorbeeld afvalverwerking of energiebesparing.’
Wat opvalt aan de opsomming en terminologie dat op geen enkel moment het woord ‘filantropie’ valt of helder wordt wat de achtergrond is van al die private financiers. Dé grote drijvende kracht achter SIB’s in ons land is een ‘private investeerder’: klopt. Dat is namelijk een vermogensfonds (Start Foundation). Al die ‘business angels’ zijn beslist slimme private financiers, maar er zitten ook gewoon filantropen onder. Die hopen vast op een financieel rendement, maar weten vaak donders goed dat zij als zakenengelen grote kans maken om ook ‘first loss financers’ te zijn.
De moraal van dit verhaal? Filantropie is vast een te 'onzakelijke' categorie om als financieringsbron te benoemen. Liever spreken we over ‘informele investeerders’ en ‘business angels’ dan toe te geven dat veel startende social entrepreneurs in ons land keihard een suikeroom of –tante nodig hebben om hun maatschappelijke en financiële idealen te verwezenlijken.
►Wilt u voortaan elke donderdagochtend het laatste nieuws, opinies en achtergronden over de wereld van doneren & sociaal investeren? Voor een geheel kosteloos abonnement op DDB Journaal: klik hier.
Wilt u meer commentaren en columns lezen van Edwin Venema? Klik hier
(Social) Impact