Grondslag voor een sterke samenleving
Er zijn niet zoveel overheden die een samenhangende visie op de civil society ontwikkelen, in dit geval in een document van 123 pagina’s (en een samenvatting van 7 pagina’s, zie de links hieronder). Het VK ziet actie vanuit de bevolking als een grondslag voor een sterke samenleving en hiervoor maakt het niet zoveel uit wie er in de regering zit. Die actie kan van alles zijn, van anderen helpen in de buurt tot het opzetten van een massabeweging. De overheid wil een samenleving waar burgers het gevoel hebben dat zij hun toekomst en gemeenschap (mede) kunnen bepalen en daar zelf een rol in hebben.Een kwestie van laveren
Om erkend te worden als goede doelenorganisatie is er wel de restrictie dat men niet aan (partij)politiek doet. De Charity Commission houdt dat in de gaten en geeft soms boetes aan goede doelen die toch te nadrukkelijk een bepaalde partij steunen. Dit maakt belangenbehartiging vanuit goede doelen soms delicaat en een kwestie van laveren.Dat gezegd zijnde krijgt de sector ruim baan in deze strategie. Maar het is ook wel een erg Brits stuk in de zin dat het vrij vaag en algemeen is en dat er niet zoveel maatregelen in staan, al zijn er wel een aantal subsidies voor de sector als zodanig. Een instrument waar de overheid mee kan sturen is bijvoorbeeld de Big Lottery Fund dat subsidies geeft voor allerlei doeleinden, op basis van criteria. Organisaties kunnen daar aanvragen indienen.
Vijf domeinen
Er worden vijf domeinen beschreven in de strategie: People, Place, the Social Sector, the Public Sector en the Private Sector. In de infographic onderaan dit artikel komt dat allemaal samen. Het gaat in dit bestek wat ver om in de details van het beleid te duiken, maar voor wie het interesseert zijn hier de documenten te vinden:►Voor het volledige rapport: klik hier.
►Voor de samenvatting: klik hier.
Erkenning
Het Institute of Fundraising (een soort combinatie van Goede Doelen Nederland en Nederland Filantropieland) heeft een reactie gegeven bij monde van CEO Peter Lewis en de strategie verwelkomd als erkenning van het belang van de sector en het uitspreken van ambities van de kant van de overheid. Lewis vindt het jammer dat geen poging is gedaan om filantropie en het geven door burgers verder te promoten maar benadrukt dat he document de start van een dialoog betekent en dat de sector daar actief mee aan de gang moet.►Voor deze en nog meer reacties: klik hier
Wat Nederland hiervan leren?
De Britten zijn veel explicieter in het benoemen van de rol van de Civil Society dan bijvoorbeeld Nederland. Bij ons gaat het politieke debat vaak over de fiscale aspecten, maar het grotere plaatje komt niet aan de orde en dat is jammer. Er is zeker samenwerking tussen overheid en maatschappelijke organisaties op deelgebieden zoals ontwikkelingssamenwerking of gezondheidszorg, maar er is geen overkoepelende visie. Misschien iets om een departement als VWS op aan te spreken. Of zelfs de minister-president als coördinator van het beleid!*De minister heet in het VK: Secretary of State en wat bij ons de staatssecretaris heet, heet daar ‘Minister’. Dat geeft wel eens verwarring bij vertaling in het Nederlands, over en weer. Om het nog ingewikkelder te maken hebben de Britten per departement nog een derde bewindspersoon: de Parliamentary Under Secretary of State ook wel eens Junior Minister genoemd in de wandelgangen. Dit is vaak een aankomend politicus met een beperkte portefeuille of iemand die ergens voor beloond moet worden.