Het gaat in het onderzoek om jagers-verzamelaars zoals de Hadza uit Tanzania, de Tyvanen uit Zuid-Siberië (loonwerkers en landbouwers) en bijvoorbeeld de Yasawanen op een van de Fiji-eilanden (tuinbouwers en vissers).
De proefpersonen (gemiddeld ruim 70 per cultuur) geloofden in allerlei moralistische goden zoals de christelijke god, de god Kalpalan, de ‘hemelfiguur’ Haine, de hindoegod Shiva of de boeddha Burgan. Daarnaast geloofden ze overigens ook in wat de onderzoekers noemen: ‘een immense reeks lokale bovennatuurlijke wezens zoals geestmeesters, heiligen, voorouders, animistische wezens, mensachtige hemelgoden, tuingeesten en spoken’.
Onbaatzuchtig gedrag
Deze uitkomst is een bevestiging van de theorie dat ‘bovennatuurlijke dwang’ leidt tot onbaatzuchtiger gedrag. En dat is belangrijk omdat daarmee een antwoord wordt gegeven op de vraag naar het maatschappelijk nut van de grote godsdiensten die in de landbouwtijd ontstonden, met hun typische alwetende, moralistische en straffende goden. Die samenlevingen waren veel groter en anoniemer dan de jagers-verzamelaarsgroepen van voor de landbouwtijd.
De moderne wetenschappelijke vraag hierbij is hoe de cruciale samenwerking in die onpersoonlijke situaties (in landbouwsteden en grote staten) kon blijven bestaan. Want de zekerheid van wederkerigheid en de angst voor reputatieverlies, die bij de jagersgroepen het positief sociaal gedrag en het onderlinge vertrouwen ondersteunden, werken dan veel minder.
Afstraffen a-sociaal gedrag
Uit eerdere analyses was al gebleken dat politiek complexere (en dus anoniemere) samenlevingen vaker moralistische goden hebben die asociaal gedrag afstraffen. Dezelfde nauwe samenhang kwam ook uit een analyse van de geschiedenissen van bijna 100 culturen uit Indonesië en de Stille Oceaan. Politieke complexiteit ontstond pas als in een cultuur die mogelijkheid van bovennatuurlijke sanctie op asociaal gedrag aanwezig was. Opmerkelijk was dat de moralistische, straffende goden meestal pas volgden nadat die politieke complexiteit een feit was.
Kijkende ogen
De mens lijkt in zijn sociale gedrag sowieso erg gevoelig voor ‘bovennatuurlijk toezicht’ of het idee dat ‘iemand’ je daden beoordeelt. Tien jaar geleden werd al eens in een experiment aangetoond dat mensen in een (onbemande) kantine veel trouwer betaalden voor hun koffie als er naast de koffieautomaat een poster hing met grote kijkende ogen.
Het huidige experiment is het eerste dat wereldwijd naar de samenhang tussen moralistische sanctie van bovenaf en individueel handelen is gedaan. Er was wel al onderzoek met westerse studenten.
♦ Bron: Nature en NRC Handelsblad
♦ De Darwinistische visie op altruisme, zoals uiteengezet door de evolutie-bioloog prof. Richard Dawkins