Bonzo of Hartstichting: wie is het meeste waard?

12 juli 2018
Opinie | | Wetenschap & Onderzoek

De lezing die René Bekkers vanmiddag houdt voor een publiek van internationale wetenschappers en filantropiebestuurders aan het einde van de ‘Dutch Days’ op de internationale ISTR conferentie is in vele opzichten een bijzondere. Niet alleen is zijn verhaal een voorbode van de oratie die hij begin 2019 zal uitspreken bij de aanvaarding van zijn ‘vaste’ leerstoel Filantropie aan de VU, na zijn tijdelijke - door de KNAW gefinancierde - leerstoel de afgelopen jaren, het is ook nog eens een verrassend persoonlijk verhaal. Het geeft een inkijk in de ziel van de wetenschapper: zijn vragen, twijfels, inspiratie, teleurstellingen en de drive om te achterhalen welke waarden filantropie voor mensen en samenleving heeft.

Bij ‘waarde’ denkt iedereen automatisch aan het tweejaarlijkse onderzoek Geven in Nederland, dat vorig jaar zijn twintigjarig jubileum vierde. Daarin wordt een schatting gedaan van de economische waarde van filantropie in ons land: een getal in euro’s waaraan vrijwel iedereen zich vastgrijpt als een drenkeling aan een reddingsboei. Zo kwam GIN2017 op een kleine zes miljard euro.
Bekkers is de eerste om daar relativerende kanttekeningen bij te plaatsen. Het is een hard getal met een zachte onderbuik: voor sommige bronnen zijn er geen goede data voorhanden en moeten de onderzoekers het doen met schattingen, panels en extrapolaties. Maar het zijn wel de riemen waarmee Bekkers en zijn team moeten roeien en dat is al een prestatie van formaat: geen enkel ander land in de wereld, behalve de VS, heeft het geefgedrag van zijn inwoners zo goed in kaart gebracht als Nederland.

Bekkers is ervan overtuigd dat de getallen niet zoveel zeggen over de andere waarden van filantropie. Hij gebruikt daarvoor een hilarische vergelijking: huishoudens geven gemiddeld net zoveel aan goede doelen als aan diervoeding. Bonzo en Hartstichting… Het is ontnuchterend, maar ook intrigerend. Wat is dan de waarde van filantropie achter de getallen, die een wetenschapsdiscipline rechtvaardigt (en een opinieplatform zoals De Dikke Blauwe, for that matter)? Wat zegt filantropie over onze menselijke natuur? Dat is bijna een filosofisch vraagstuk dat volgens Bekkers een interdisciplinaire aanpak vergt.

Het is Bekkers’ overtuiging dat onze motivatie om filantropisch te handelen belangrijker is dan ons feitelijke filantropische gedrag. Filantropie is voor onderzoeker Bekkers zo interessant omdat het ons vertelt hoe goed, hypocriet, geloofwaardig, argwanend, gulzig, driest, risicomijdend, schuldgedreven, loyaal, hoopvol en angstig we zijn. Hoe je onze motivaties zou kunnen beoordelen of een waarde geven, is voer voor veel toekomstig onderzoek, maar de vraag is niet nieuw. Zo refereert Bekkers aan de 12e eeuwse Joodse geleerde Maimonides, bijgenaamd Rambam, die een achttal treden van moraliteit onderscheidde. Deze ‘Rambams Ladder’ weerspiegelt de stadia van moraliteit in het geven, waarbij geven uit medelijden of pas geven nadat je gevraagd bent, laag in de rangorde staan. Het geefgedrag van de Nederlanders anno nu zou volgens Rambams Ladder geen hoge ‘morele score’ krijgen: 85% van onze giften doen we namelijk op verzoek…

De vraagstelling van Bekkers naar de waarden van filantropie past in een tijdgeest waarin onze vooruitgang niet meer louter in economische groeigetallen wordt gevangen. Nieuwe generaties (gevers) vinden andere criteria voor ons menselijk welbevinden steeds belangrijker worden. Die criteria verschuilen zich nu nog achter en onder de monetaire waarden die ons tot heden een zekere mate van schijnzekerheid geven. Onderzoek te doen naar die ‘andere’ waarden en mechanismen is dus een agenda gericht op de toekomst, waarin filantropie een steeds belangrijker rol lijkt te gaan spelen.

En tot slot, voor degenen die toch willen vasthouden aan een ‘absoluut getal’ voor filantropie, heeft Bekkers een mooie, filosofische dagsluiting: ‘Dan getal is dat één. Filantropie is de liefde voor één mensheid. Filantropie is een bindende kracht die samenlevingen hechter maakt. We zijn allemaal nakomelingen van een gemeenschappelijke voorouder. Filantropie herinnert ons eraan dat we als soort een gezamenlijk lot hebben. Het lot dat we als mensen allemaal levende wezens op deze planeet zijn. Filantropie is de belofte van een betere wereld.’
 
►Lees nu het uitgebreide artikel over Bekkers’ queeste naar de waarden van fliantropie: klik hier