AMSTELVEEN (1 december) - Opnieuw liggen op filantropie gerichte organisaties onder vuur over hun beleggingsbeleid. Het tv-programma "Uitgesproken Vara" kwam deze week met een eigen onderzoek onder 52 goede doelen en constateerde bij 3 organisaties controversiële beleggingen. Ook de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) kwam met een kritisch onderzoek en dringt aan op meer transparantie. Branchekoepel VFI weerspreekt dat er sprake is van onwil om gegevens ter beschikking te stellen, maar erkent dat er nog veel verbeterd moet worden.
Uit een enquête van het tv-programma "Uitgesproken Vara" naar de beleggingen van goede doelen, komt naar voren dat drie goede doelen hun kapitaal via investeringsfondsen in 'foute' bedrijven hebben gestoken: de Hartstichting, Jantje Beton en het Reumafonds. De fondsen lieten weten dat zij hier niet van op de hoogte waren. Bij Jantje Beton blijkt 20% van de beleggingen "de duurzaamheidstoets niet te doorstaan". Bij de Hartstichting gaat het om een kleine en indirecte index van 1% (3.500 euro). Het Reumafonds heeft een belang in een fonds van 210 bedrijven, waarvan er 7 niet voldoen aan duurzaamheidseisen.
Zowel Jantje Beton, als Hartstichting en Reumafonds hebben de foute beleggingen direct stopgezet.
De Vara verklaart dat zij 52 goede doelen heeft gevraagd hoe zij hun vermogen hebben belegd. Volgens de omroep reageerden slechts zes organisaties direct op de vragen. Andere goede doelen zouden volgens de Vara aanvankelijk met antwoorden zijn gekomen als 'geen mankracht om dit uit te zoeken', 'niet relevant' en 'dit onderzoek voegt niets toe'.
Reactie VFI
Branchekoepel VFI stelt in een verklaring dat er bij haar leden zeker geen sprake is van onwil om informatie te leveren en van het bewust achterhouden van informatie. De VFI heeft "een ander beeld" van het onderzoek: "Uitgesproken VARA heeft ons geen inzage gegeven in hun onderzoeksresultaten (hoe transparant is dat!). Wel heeft de 16 van Uitgesproken VARA meerdere malen onze hulp ingeroepen bij de uitvoering van hun onderzoek. Op 19 november hebben zij ons gemeld dat 10 van de 52 aangeschreven organisaties geen of geen volledig antwoord heeft gegeven op hun vragen. Na een extra belronde, waarbij VFI ondersteuning heeft verleend, is dit aantal teruggebracht tot twee. 50 van de 52 goede doelen heeft de vragenlijst van de Uitgesproken VARA dus beantwoord. De overige twee organisaties moesten het antwoord op een vraag schuldig blijven."
De VFI erkent dat het niet goed is dat controversiële beleggingen zijn aangetroffen bij drie van haar leden: "Maar het gaat bij alle drie de organisaties om relatief kleine bedragen die indirect terecht zijn gekomen bij omstreden bedrijven."
"Geen onwil"
Gosse Bosma, directeur VFI: "Onze leden moeten altijd uitleg en informatie willen geven over wat ze met de donaties doen. Dat organisaties niet op elk moment tijdig aan informatieverzoeken kunnen voldoen, heeft niet te maken met onwil. Sommige organisaties zijn hier intern niet op berekend, zij zijn gefocust op hun belangrijkste taak: het realiseren van hun doel. Andere zien het tijdelijk beleggen van verworven middelen niet als een kerntaak maar als een middel om de waarde van deze gelden in stand te houden. Zodat dit geld bestemd kan worden voor toekomstige doelbesteding. Bovendien krijgen goede doelen zoveel vragenlijsten en informatieverzoeken voor hun kiezen, dat ze hier met gemak een dagtaak aan zouden kunnen hebben. VFI zal zich echter inspannen om de transparantie over verantwoord beleggen te verbeteren."
Handreiking
Bosma stelt verder: "In de VFI-richtlijn reserves uit 2003 zijn regels opgenomen voor het beleggingsbeleid en de verantwoording ervan. Het CBF ziet toe op de naleving hiervan. Als het gaat om verantwoord vermogensbeheer, waarbij ook rekening wordt gehouden met aspecten als milieu, arbeidsomstandigheden, dierenwelzijn etc., kiest VFI voor het verbeteren van de transparantie door de handreiking 'verantwoord vermogensbeheer' uit 2010, waarmee goede doelen zelf aan de slag kunnen."