Achtergrond
In Nederland geldt een éénvergunningsstelsel voor het organiseren van lotto’s om zo criminaliteit en gokverslaving te voorkomen en bovendien consumenten te beschermen.
Dit stelsel heeft tot gevolg dat het Europese vrije verkeer van diensten beperkt wordt, omdat er geen andere aanbieders kunnen zijn dan de houder van die ene vergunning: in dit geval de Lotto B.V. Andere kansspelbedrijven, met name diverse buitenlandse aanbieders, waren het er niet mee eens en kwamen in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak.
Uitspraak
De Raad van State ziet nu echter geen juridische noodzaak voor aanpassing van het loterijstelsel. Tot grote opluchting bij het Goede Doelen Platform, het samenwerkingsverband van alle goededoelenorganisaties die worden gesteund door de Nationale Postcode Loterij, de BankGiro Loterij en de VriendenLoterij en de Nederlandse Loterij. ‘Een scenario zoals in 2016 – toen de markt voor goede doelen loterijen hals over kop moest worden opengesteld voor nieuwe aanbieders na een uitspraak van de Raad van State – is hiermee gelukkig voorkomen. Het is van groot belang dat goede doelen ook in de toekomst op de meerjarige loterijbijdrage kunnen rekenen. Het vrijelijk besteedbare karakter is daarbij cruciaal. Dit werd nog eens extra duidelijk in het afgelopen crisisjaar door corona. Het zorgt er namelijk voor dat organisaties snel kunnen inspringen op nieuwe situaties en echt het verschil kunnen maken’, valt er op hun website te lezen.Het is niet de eerste keer dat de monopoliepositie in twijfel werd getrokken, in 2018 gebeurde dit ook al.
Bron: Goede Doelen Platform, Raad van State
Lees ook: ‘Sneak preview: de oratie van loterijprof Pamala Wiepking’