Bedrijven en goede doelen: van leren daten tot een huwelijk

18 juni 2019
Nieuws | | Corporate Foundations

Vorige week woensdag werd het advies van de werkgroep Bedrijven van De Toekomst van Fondsenwerving gepresenteerd. DDB’s Marc Wortmann was erbij en deed verslag.
 
De Toekomst van Fondsenwerving (DTVF) is een platform dat is opgericht door twee ervaren mensen uit onze branche, Hans Broodman en Reinier Spruit. De aanleiding was een soortgelijk initiatief in het Verenigd Koninkrijk waar de fondsenwerving na een (vermeend) schandaal in 2015 flinke klappen kreeg en ook de tol betaalde voor alsmaar intensievere methoden van werving. Daar kwam een beweging op gang door toedoen van Ken Burnett om het beter te gaan doen. Het doel van het Nederlandse project is hetzelfde: hoe kunnen we beter fondsenwerven en de donateur weer centraal stellen. Dat kan en dat moet.
 
DTVF is een beweging van vrijwilligers (en dat zijn er inmiddels bijna honderd) verdeeld over een groot aantal werkgroepen. Deze schrijven een advies met aanbevelingen over een specifiek thema. De werkgroep ‘Bedrijven’ was nu klaar met haar werk en presenteerde dit op woensdag 12 juni samen met Nederland Filantropieland (NLFL) voor een volle zaal in het gebouw Seinwezen in Haarlem. Terzijde: dit gebouw was ooit eigendom van de spoorwegen en is nu gerenoveerd en omgetoverd tot een centrum voor bijeenkomsten. Het ademt nog steeds de sobere industriële sfeer die bij het spoor past en was daarom heel geschikt voor de inleidingen en interactieve sessies.
 
Leren daten
Het programma begon met een welkomstwoord van NLFL-directeur Marc Petit, die het doel van de bijeenkomst goed samenvatte met ‘leren daten’ tussen bedrijven en goede doelen. Vervolgens gaf Hans Broodman (foto) uitleg over het project De Toekomst van Fondsenwerving, waar velen in de zaal nog niet van hadden gehoord, dus dat kon geen kwaad. De voornaamste problemen zijn volgens Hans: het kortetermijndenken; hoe goedkoper (de fondsenwerving) hoe beter; bestuur op afstand van de fondsenwerving; weinig aandacht voor opleidingen; door dit alles zijn de donateurs niet blij en voelen zich onder druk gezet. 
 
Gelukkig huwelijk
We moesten al leren daten, maar de volgende spreker, Lonneke Roza (foto) van de Erasmus Universiteit Rotterdam, ging nog een stap verder in haar boeiende betoog en sprak over de drie ingrediënten voor een gelukkig huwelijk tussen goede doelen en bedrijven. Dit werk maakt deel uit van maatschappelijk betrokken ondernemen (MBO) en zij benadrukte de trend dat bedrijven steeds meer willen delen dan geld. Ze haalde de 5 M’s aan van prof. Lucas Meijs (ook van Erasmus en hoogleraar vrijwilligerswerk):
Munten – financiële ondersteuning
Middelen – goederen of technische steun
Massa – inzetten zakelijk netwerk
Media – zakelijke mediacontacten
Mankracht – werknemers vrijwilligerswerk
 
Wat zijn dan de drie ingrediënten voor een gelukkig huwelijk? Als eerste vooral het wederzijds begrip, waarbij belangrijk is voor de goede doelen om helder te krijgen uit welke motieven bedrijven aan MBO doen. Is dat vanuit een moreel perspectief, of omdat het iets oplevert? Of omdat het bedrijf signalen oppikt uit de maatschappij, al dan niet via de medewerkers? Ook de corporate foundations kunnen verschillen in aanpak, van pure ondersteuning van non-profit organisaties tot samen werken aan een probleem of zelfs een voor-wat-hoort-wat aanpak waarbij het bedrijf ook iets terug wil krijgen. Al deze vormen zijn legitiem, maar het is wel van belang dit perspectief scherp te hebben en te zien of het past bij het perspectief van de non-profit partner.
 
Het tweede ingrediënt is het zoeken naar iets gemeenschappelijks. Soms is dat er en is het heel logisch (zoals bij het partnership tussen Longfonds en Zehnder in de latere deelsessie), soms moet het echt gezocht worden. En ten derde is een samenwerking vruchtbaar als het helpt om elkaars ambities te bereiken. 
Lonneke weet de zaak helder te verwoorden en kondigde aan nog verder onderzoek op dit terrein te doen. Ik ben zeer benieuwd en denk dat de zaal dat ook wel was.
Vervolgens mocht ik zelf het advies van de werkgroep ‘Bedrijven’ presenteren. Samengevat betreft dat het besef dat de toekomst van Fondsenwerving voor de Zakelijke markt vraagt om eenklantgerichte houding en gezonde dosis ondernemerschap. En de conclusies:
  • Fondsenwerving uit samenwerking met bedrijven wijkt niet af van andere terreinen, in die zin dat de donateur centraal stellen ook hier de basis is voor succes
  • Het gaat om relaties en wederkerigheid
  • Nog meer dan elders lange termijn aanpak nodig
  • Het bedrijfsleven staat er wél voor open!
 
Cases
Een aardig aspect van het advies betreft de kenmerken van relaties tussen bedrijven en goede doelen van verschillende omvang (grote en kleine bedrijven en goede doelen) en gedurende het event werden er vier besproken in workshops, die elk twee keer werden gedraaid zodat iedereen van twee cases kon leren. Dit was het ‘kwadrant’ van relaties dat ook in het advies werd gebruikt:
 

 
Rode Kruis en Philips
Philips Foundation en Rode Kruis werken al lange tijd op verschillende vlakken samen. Waar Philips Foundation vroeger vooral financieel de noodhulp operaties ondersteunde, richt het partnerschap zich in de huidige vorm steeds meer op hoe de skills van Philips business ook kunnen worden ingezet om humanitaire uitdagingen gezamenlijk op te lossen (co-creatie). Uit de sessie bleek ook duidelijk dat er erkenning was van andere goede doelen dat het partnership landschap verandert. Het is belangrijk om te kijken waar de shared value zit en om transparant te zijn in wat je van elkaar kan verwachten.
 
Steptember en Nestlé
Steptember is een actie voor de ziekte cerebrale parese, het is over komen waaien uit Australië en nog relatief klein in Nederland, maar heeft wel een groot bedrijf als Nestlé (de afdeling Health Science) aan zich kunnen binden. Het doel van de actie is om in de maand september 28 dagen lang 10.000 stappen per dag te doen en dat te laten sponsoren. Het bedrijf heeft een inhoudelijke link, maar vindt het element van bewegen ook van belang voor zijn personeel dus er zijn meerdere motieven om mee te doen.
 
Longfonds en Zehnder
Het Longfonds heeft een bedrijvenkring en een van de eerste bedrijven die daarbij aansloot was Zehnder. Zij doen in koeling en ventilatie en de match zit hem in schone lucht die beide partijen willen bevorderen.  De bedrijven in het netwerk krijgen een toolkit van het Longfonds en twee a drie netwerkbijeenkomsten per jaar. Sommige doen nog extra actie bijvoorbeeld in de collecteweek. Deze formule sprak de deelnemers aan de deelsessie zeer aan en leidde tot een levendige discussie.
 
KNRM en Venturn
In de sessie 'Wie niet sterk is, moet zorgen dat hij aardig gevonden wordt' stond de waarde en de bijkans eindeloze mogelijkheden van persoonlijk contact tussen sponsor en goed doel centraal. Niels Venturn, managing partner bij Venturn, en Edward Zwitser (foto) van de KNRM waren hier het levende voorbeeld van. Naar aanleiding van persoonlijk contact besloot Venturn 11 jaar geleden om vast te leggen dat zij gedurende (tenminste) 20 jaar een percentage van hun omzet aan de KNRM zouden overmaken. ‘Dan ben je een vriend!’, onderstreepte Zwitser. Voornaamste punt van de lezing was dat IEDEREEN kans heeft op het vlak van persoonlijk contact. ‘Daar waar een klein goed doel het met grootschalige acties altijd zal moeten afleggen, daar is 1-op-1-contact bij uitstek een goede vorm voor kleinere partijen. Het is hard werken en je groeit niet hard, maar kansrijk ben je zeker.’ Een boodschap die door diverse 'kleintjes' na kortstondig wennen als hoopvol werd ervaren.
 
Aan het eind keek dagvoorzitter Marc Petit tevreden terug op het event: ‘Dat het flink hard werken is om bedrijven en goede doelen elkaar goed te laten verstaan, bewees deze bijeenkomst. De casuïstiek bewees ook dat de resultaten er mogen zijn als dat lukt. Reden temeer om de komende jaren meer gelegenheden te organiseren waar bedrijven en goede doelen met elkaar kunnen ‘daten’.’
 
Kartrekker
Tenslotte is er wel reden een pluim uit te delen en wel aan de ‘kartrekker’ van deze groep. Dit vind ik met afstand het lelijkste woord uit de Nederlandse taal, maar het was wel sleuren aan deze werkgroep om uiteindelijk niet alleen te discussiëren maar ook met een product te komen. De pluim is voor Oukje Bizot (foto) die dat heel goed heeft gedaan. Ze kijkt met genoegen terug op het event: ‘Bij het samenstellen van de werkgroep ben ik bewust op zoek gegaan naar experts uit verschillende soorten organisaties, inclusief iemand uit het bedrijfsleven. Uit de levendige discussies die we voerden werd al snel duidelijk; er is niet één waarheid. De kansrijkheid van een samenwerking tussen twee organisaties hangt niet alleen af van de gekozen vorm, maar vooral van de 'match' tussen partijen. Op inhoud én op slagkracht. Ons advies is dan ook om op zoek te gaan naar partijen die bij je passen en relaties die je kunt onderhouden. Daar moet je professioneel en realistisch in zijn. In de workshops hebben we voorbeelden laten zien van hoe dat kan. En als je dan in de pauze hoort ‘wat gaaf, zo'n corporate partnership, maar inderdaad niets voor ons’ dan zijn we volgens mij in onze opzet geslaagd.’ 
 
Disclaimer: ik heb zelf meegewerkt aan het advies dat hier wordt besproken en ben dus niet objectief. 
 
Klik hier voor het volledige advies.