Maar inmiddels is het roer om. Net als Joop van den Ende, die na aanvankelijke argwaan nu door de culturele elite als de nieuwe mecenas wordt bejubeld, zijn goede doelen op jacht naar bedrijven die geld in hen willen steken. Maar het valt nog niet mee om daar meteen succesvol in te zijn. Vooral als de eurotekens in je ogen staan. Bedrijven krijgen namelijk in toenemende mate aversie tegen de collecterende ouderlingen van goede doelen. Om dat te begrijpen moet je dieper kijken naar de belangen van beide partijen. Goede doelen hebben een missie en een concreet doel. Ooit hebben zij besloten dat die missie alleen te bereiken is door het opzetten van een (steeds groter groeiende) organisatie met personeel, een kantoor, medewerkers, projecten en programma's. Daarvoor is jaarlijks veel geld nodig. Dus samenwerking met bedrijven moet vanuit het gezichtspunt van goede doelen vooral geld opleveren.
Maar bedrijven zitten heel anders in dat verhaal. Zij willen laten zien aan de wereld, aan de consumenten en (last but not least) aan medewerkers dat het bedrijf diepere waarden vertegenwoordigt. Dat geld verdienen in dienst staat van een maatschappelijke missie. En helemaal mooi is het als een bedrijf diensten en producten kan leveren die de wereld beter maken. Dat eisen consumenten en dat geeft veel betrokkenheid bij medewerkers. Dus waarom zou je dan alleen maar een deel van je winst weggeven aan een goed doel. Je wilt veel meer. Je wilt je medewerkers of relaties inzetten voor een goed doel of project (als vrijwilliger: geeft goed gevoel) en consumenten aan je binden.
Steeds meer bedrijven zoeken ook naar mogelijkheden om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Maar goede doelen hebben de grootste moeite om te voldoen aan de verwachtingen om bedrijfsmedewerkers in te zetten in hun samenwerking met bedrijven. Geweldig om een dagje uit voor ouderen of vluchtelingkinderen te organiseren met werknemers, maar (los van de inspanning voor begeleiding van de vrijwillige werknemers) wat doen we dan de dag of week erna? Eenmalige inzet is leuk, maar daar bereiken wij als goed doel onze missie niet mee.
Hoe kom je nu verder? Is er wel een kans op blijvend succes of haken bedrijven na een enkele samenwerking met een goed doel toch weer af en gaan ze zelf een goede doelenorganisatie opzetten? En worden bedrijven dan ineens concurrenten van goede doelen? Dat zou zo maar kunnen.
Maar het kan ook anders. Je kunt ook redeneren: "Wij hebben een missie. Hoe kunnen bedrijven onze missie (helpen) realiseren? Dan vragen we geen geld, maar we stimuleren bedrijven om op ons terrein (missie) diensten, producten en inzet te ontwikkelen. Dat brengt te realisatie van onze missie wel weer een stuk dichterbij."
Voorbeelden? De Grameen Bank in Bangladesh (microcredits) - een bank die grote sprongen heeft gemaakt in de bestrijding van armoede. Zij hebben naast microkredieten ook een goedkope mobiele telefoon voor kleine ondernemers geïntroduceerd. En waarom zouden restaurants in Nederland (die toch al kampen met te weinig clientèle en een dalende omzet) niet een actievere bijdrage kunnen leveren aan het doorbreken van eenzaamheid en isolement door alleenstaanden gastvrij te onthalen? Een ander voorbeeld is de groei van vele kleine, groene bedrijven in het verder brengen van zonne- en windenergie.
Er liggen veel kansen voor goede doelenorganisaties om samen met bedrijven maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. Vooral als je bedrijven niet alleen maar ziet als een geldbuidel. Het vergt een goede dialoog, duidelijk uitgesproken verwachtingen en creativiteit om tot iets beters te komen.
Deny de Jong
Offspring