Ashoka Nederland: everyone a changemaker

Ashoka wil 'systemische' veranderingen
Ashoka wil 'systemische' veranderingen
13 april 2016
Nieuws | | (Social) Impact

Ashoka is niet van de bescheiden ambities. Niets minder dan een kanteling van de maatschappij heeft de netwerkorganisatie voor ogen. Het doet dat door changemakers te ondersteunen: mensen die echt grote veranderingen in gang zetten. Ashoka bestaat al sinds 1980 en is actief in zeventig landen, maar Nederland hoorde daar tot voor kort niet bij. In 2013 begon Jamy Goewie met het opzetten van de Nederlandse afdeling. Daarna opende ze in 2015 een kantoor in Den Haag. Een gesprek met de bevlogen directeur van Ashoka Nederland.
 
DDB: Wat is Ashoka?
Goewie: ‘Ashoka wil de wereld zo snel mogelijk verbeteren. En dan over het volle spectrum: kinderziekten, ouderenzorg, het klimaat, vrouwenrechten, et cetera. We doen dat door ondersteuning te verlenen aan de allerbeste changemakers: social entrepreneurs met een vernieuwend idee. Daarbij is het belangrijk dat het idee een echt grote maatschappelijke impact heeft. Het moet een systemische oplossing bieden voor een probleem. Ook moet de oplossing internationaal kunnen worden opgeschaald. Ten slotte moet het een idee zijn dat niet al elders in de wereld voorkomt.’
 
‘Onder social entrepreneurs verstaan we personen die ondernemend zijn voor maatschappelijke impact. Het financiële model dat gehanteerd wordt, een zakelijk business model of een stichting zonder winstoogmerk, is niet maatgevend. Gekeken wordt naar de maatschappelijke impact. Oprichters en directeuren van stichtingen zijn dus voor ons net zo goed social entrepreneurs.’
 ‘Als we zulke changemakers vinden, dan leiden we ze door een internationaal gestandaardiseerd selectieproces voor het Ashoka Fellowship. Op zichzelf al een behoorlijke investering van de kandidaat. Eenmaal hier doorheen, verschaft Ashoka de Fellows de ondersteuning die ze nodig hebben. Dat kan financieel zijn, bijvoorbeeld als ze nog een broodbaan hebben. Ashoka kan hen dan helpen zich volledig vrij te maken om zich aan hun idee te wijden. Het kan ondersteuning zijn bij juridische vraagstukken, human resources-faciliteiten maar ook hulp bij het aanscherpen van hun businessplan. We zoeken dan in ons mondiale netwerk naar de juiste persoon aan wie we de Fellow kunnen koppelen, die kan helpen het idee naar een hoger plan te trekken.’
 
‘Doordat we een internationaal netwerk zijn, kunnen we ook concrete bijstand bieden bij het opschalen van een project. Een van de Nederlandse Ashoka Fellows, de oprichter van Buurtzorg Jos de Blok, is benaderd door een zorginstelling in Japan. Bij zijn bezoek daar ondersteunt het lokale Ashoka-team hem met het leggen van verdere contacten. Onze fellow Lucas Simons (SCOPE insight) heeft deelgenomen aan een ‘Ashoka Globalizer’ waarbij hij met experts uit de hele wereld gedurende drie weken werkt aan zijn businessplan. Hard werken, maar het levert veel op. Ook Dennis Karpes (Naga foundation) maakt momenteel een wereldtour voor zijn organisatie. Op dit moment koppelen we hem aan relevante personen in de VS. Inmiddels zijn er over de hele wereld bijna drieduizend Ashoka Fellows.’
 
‘Maar het gaat niet alleen om Fellows. Waar we naartoe werken, is een wereld waarin iedereen maatschappelijke problemen zou kunnen oplossen. Ashoka bestaat nu 36 jaar, maar de maatschappelijke problemen zijn nog steeds de wereld niet uit. Integendeel, ze worden steeds complexer. Daarom is het belangrijk dat we gaan bouwen aan een samenleving waarin iedereen is uitgerust om op zijn minst die maatschappelijke problemen te herkennen. En het liefst in staat is er ook wat aan te doen. Dat geldt niet alleen voor individuen, maar ook voor bedrijven. Daarom werkt Ashoka sinds vijf jaar met het adagium everyone a changemaker. Dat levert vragen op als: hoe kan het onderwijs zo worden ingericht dat er changemakers worden afgeleverd aan de samenleving. Mensen die creatief zijn, empathisch en die oplossingen kunnen bedenken voor lastige problemen. Ashoka heeft nu, meer dan vroeger, een allesomvattende benadering. Het doel is dat er over tien tot vijftien jaar echt een andere samenleving is, waarin er meer oplossingsgericht wordt gedacht over maatschappelijke problemen. Dat is Ashoka in een notendop.’
 
DDB: Wat is de rol van bedrijven in de visie van Ashoka?
Goewie: ‘Wij vinden dat bedrijven, zeker de grote bedrijven, echt voorop moeten gaan in co-creatie met maatschappelijke vernieuwers. Het past in de gedachte dat we als samenleving het denken in sectoren moeten overstijgen om maatschappelijke problemen op te lossen. En het kan wederzijds versterkend werken. Een voorbeeld daarvan is de samenwerking tussen Nike en Ashoka. In veel landen in de wereld is het taboe dat vrouwen sporten. Niet alleen ontneemt het vrouwen vrijheid, het kan ook tot overgewicht leiden. Om dit te veranderen  hebben Nike en Ashoka gezamenlijk meerdere campagnes opgezet om vrouwen in sport te promoten. Ook steunen we Felicite Rwemarika, een Ashoka Fellow uit Rwanda, die vrouwen een sterkere positie in de maatschappij wil geven door hen te laten deelnemen aan een door mannen gedomineerde sport: voetbal. Enerzijds versterken zulke campagnes de positie van de vrouw, anderzijds ontstaat er voor Nike een nieuwe markt als die vrouwen ook sportkleding gaan kopen.’
 
‘We willen mensen en organisaties van hun eiland halen; faciliteren dat er meer wordt samengewerkt. Grote bedrijven zien ook steeds meer in dat ze in hybride oplossingen moeten gaan denken. En het gaat niet alleen om het verschil tussen bedrijven en social entrepreneurs. Ook de lijnen tussen de filantroop en de impactmaker gaan steeds meer vervagen. Het gaat om een nieuwe houding waarbij je samen een probleem benoemt en dan gaat kijken wat nodig is om dat op te lossen. Hoe kunnen we nu die changemaker zijn om uiteindelijk die impact op te schalen? Het is onzin om allemaal op ons eigen eiland te gaan zitten. Het is kansloos. Het is gewoon niet meer van deze tijd!’
 

DDB: Social entrepreneurship wint terrein. Is de rol van filantropie dan uitgespeeld?
Goewie: ‘Geven blijft belangrijk. Je kunt problemen niet op grote schaal oplossen zonder de filantropiesector. Er zijn te veel situaties waarin je nooit een volledig dekkend businessmodel kunt ontwikkelen. Als je dat als doel hebt, ga je echt voorbij aan hardnekkige, schrijnende problemen.’
 
‘De trend die we nu zien is een verschuiving van donaties naar impactinvesteren. Maar dat is zeker niet de boodschap van Ashoka. Wij zeggen dat er meer moet worden samengewerkt. Dat is belangrijk, maar de filantropiesector zal – in veel gevallen misschien wel voor 75 procent - nog steeds de belangrijkste financier zijn. Er zijn heel veel maatschappelijk problemen die je nooit helemaal zonder filantropisch geld kan aanpakken, zoals kindersterfte of vrouwenrechten. Je ziet het ook in de Nederlandse samenleving. Bepaalde zaken worden door de overheid geregeld, zoals onderwijs, gezondheidszorg of armoedebestrijding. Dat kun je niet helemaal privatiseren. In landen waar de overheid dat soort zaken niet oppikt, ben je dus afhankelijk van filantropie.’
 
‘Ook wordt filantropisch geld ingezet om innovatieve methoden en projecten te testen. Veel nieuwe activiteiten zouden nooit kunnen worden ontplooid zonder filantropisch geld, omdat je geen garanties kunt bieden. Bovendien, het is helemaal geen heilige graal om het zonder filantropisch geld te doen, en alleen met businessmodellen te werken.’
 
‘Wij willen mensen meekrijgen in het gedachtegoed dat iedereen moet gaan bijdragen aan maatschappelijke oplossingen. Dat is echt essentieel. Problemen worden steeds complexer. Je kunt ook niet volhouden dat je aan de ene kant bedrijven hebt die de problemen blijven veroorzaken en aan de andere kant maatschappelijke vernieuwers die daar de oplossingen voor bedenken. Dat kan gewoon niet langer. Daarvoor worden de problemen ook te complex. We willen bedrijven meekrijgen in die gedachte en dat lukt ook wel aardig. Maar dat is weer wat anders dan zeggen, alles moet een businessmodel hebben.’
 
DDB: Er is tegenwoordig veel aandacht voor social enterprises, ondernemingen die naast een financieel ook een maatschappelijk rendement beloven. Gaan social enterprises in toenemende mate concurreren met fondswervende goede doelenorganisaties om de maatschappelijke investeringseuro van major donors?
Goewie: 'Ten eerste, die vraag werd natuurlijk tien jaar geleden ook al gesteld: 'Worden al die kleine zelfsturende goede doelen mijn concurrent?'. Het antwoord lijkt mij dan: 'Ja'. Behalve als je zo slim bent er je voordeel uit te trekken en gaat samenwerken: co-creatie dus. Dat gold toentertijd voor grote goede doelen die samen gingen werken met nieuwe initiatieven en tegenwoordig dus met social entrepreneurs. De grote jongens zoals Hivos, Cordaid en Oxfam zien dat natuurlijk wel, maar de kleinere goede doelen niet of nauwelijks.'
 
'Ten tweede, ik denk dat private donors op twee manieren voldoening krijgen uit het geven: Ofwel als ze zien dat hun donatie goed besteed wordt. Dat betekent dus toegewijde projecten met een specifiek doel, tastbaar en concreet. Ofwel als er een soort business case onder hangt die ze interessant vinden. Dat spreekt namelijk hun hart en hun hoofd aan. Veel filantropen hebben money to burn vanwege een sterke ondernemende geest, dus natuurlijk zijn zij geneigd om die business cases interessant te vinden.'

DDB: Wat is de relatie tussen Ashoka en filantropie?
Goewie: ‘Ik denk dat Ashoka een van de grootste netwerken is in het filantropisch spectrum. Zeker als je het wereldwijd bekijkt. We sluizen heel veel filantropisch geld door naar de maatschappelijke vernieuwers. We werken met de belangrijkste filantropische families om dat geld op de juiste manier beschikbaar te krijgen voor innovaties. Omgekeerd helpen wij de filantropiesector trends inzichtelijk te maken. Veel filantropische instellingen leren via Ashoka waar hun geld het meeste impact kan hebben.’
 
DDB: Grote gevers willen vaak meer doen dan blind geven. Ze willen ook wat invloed uitoefenen, hun kennis bijdragen. Is Ashoka daar een schakel in?
Goewie: ‘Ja, wij daar spelen wij zeker een rol in. Een belangrijk aspect van Ashoka is ons ondersteunend netwerk. Dat zijn zakenleiders en filantropen die actief onze Fellows ondersteunen zowel met kennis als met geld. Die mensen zijn ook bij Ashoka betrokken om elkaar weer te ontmoeten.’
 
Waarom komt het geld bij jullie en niet ergens anders?
‘Ik denk dat Ashoka voor hen een prettige partij is, omdat wij het hele maatschappelijke spectrum bestrijken en actief zijn over de hele wereld. Daarnaast hebben we een uitgebreide due dilligence. Voordat iemand Ashoka Fellow wordt, ondergaat hij een proces van maanden. In die tijd kijken we op basis van gesprekken, interviews, referentiechecks en site-visits of die persoon daadwerkelijk een uitmuntende gamechanger is. Of zijn idee echt potentie heeft en of de organisatie achter hem solide is. Filantropen uit het ondersteunend netwerk kunnen daar dus op vertrouwen. Die hoeven zelf dat onderzoek niet meer te doen.’
 
‘Een ander voordeel voor filantropen is dat ze middels Ashoka breed betrokken kunnen zijn bij een groot aantal innovaties zonder direct aan de frontlinie te staan. Wij zitten daartussen. Op die manier kunnen mensen op de achtergrond meedenken. En als ze uiteindelijk echt een klik hebben met een project of een Fellow dan kunnen ze de een-op-eenverbinding alsnog aangaan.’
 
Waarom heb je Ashoka Nederland opgericht?
‘Daar zit een push en een pull factor aan. Ik heb in 2002 een organisatie opgezet die jongeren helpt een eigen onderneming op te zetten, in plaats van het terug naar school te begeleiden of naar een baan. Later ben ik dit gaan opschalen in Azië en Afrika. Ik werkte met jongeren in sloppenwijken en deed dat samen met Nederlandse bedrijven. Ook keken we hoe we zakelijke activiteiten konden opzetten voor kindertehuizen en shelters zodat ze revenuen konden gaan genereren. Dat was allemaal nieuw. Niemand werkte toen met jongeren, men richtte zich op kinderen of moeders. En ook het idee om ondernemerschap te introduceren was volkomen vreemd, omdat men nog heel erg vasthield aan de denkwijze dat het gaat om doneren. Ik liep er erg tegenaan dat ik een nieuw gebied aan het ontginnen was. Ik verloor veel tijd en energie aan het overbrengen van mijn ideeën. Fondsen bijvoorbeeld, die wilden dat ik een projectplan indiende en een subsidie zou aanvragen. Ik vond dat een gemiste kans omdat het project zich heel goed leende voor impactinvesteren, maar dat bestond toen echt nog niet. Daar was het veld nog niet klaar voor.’
 
‘Tegelijkertijd kostte het opstarten in het buitenland een hoop tijd. Ik was heel veel energie kwijt aan uitvinden hoe bepaalde zaken in een land geregeld worden en het vinden van de juiste partners. Ashoka biedt ondersteuning juist op dat soort vlakken. Als ik destijds Ashoka Fellow had kunnen zijn, had ik hulp gekregen bij de randvoorwaarden zodat ik mij had kunnen richten op de essentiële punten van mijn plan. Maar er worden geen Ashoka Fellows benoemd in landen waar geen kantoor is, omdat er dan ook geen netwerk is om de Fellows te helpen.’
 
‘Dat is de pull factor die mij ertoe heeft bewogen 'ja' te zeggen toen ik in 2013 gevraagd werd Ashoka Nederland op te zetten. De push factor is dat veel bedrijven aangeven iets met sociaal ondernemen te willen doen, maar op dat moment werd daar in Nederland weinig mee gedaan. Je kunt niet allemaal bij Social Entreprise NL terecht. Daarbij heeft Ashoka een wereldwijd netwerk en dat is voor internationale bedrijven interessant. En ten slotte was er ook een sterke vraag vanuit Ashoka Europa om een Nederlandse afdeling op te zetten. In België, Duitsland en Groot-Brittannië is Ashoka al sterk vertegenwoordigd. Door een kantoor in Nederland te openen, ontsluit je het netwerk. Want zonder een kantoor kunnen buitenlandse Fellows ook niet schalen in Nederland.’      
 

Ashoka Changemaker Schools is een wereldwijd netwerk, opgezet door Ashoka, om innovatieve scholen te identificeren, verbinden en steunen. Wereldwijd hebben we al meer dan 200 Changemaker scholen benoemd en de komende jaren zal dit aantal blijven groeien. Ook in Nederland zullen ieder jaar een aantal scholen benoemd worden om zich aan te sluiten bij het Changemaker Scholen netwerk.
 
2/2