'Maatschappelijk initiatief is springlevend'

Feiten en cijfers van hoogleraar Filantropie Schuyt

Prof. dr. Theo Schuyt.
Prof. dr. Theo Schuyt.
12 december 2024
Opinie | | Civil society

Polarisatie is volgens Van Dale hét woord van 2024. Staan we meer tegenover dan naast elkaar? Theo Schuyt, hoogleraar Filantropie, waagt dit te betwijfelen. 'Als we kijken naar maatschappelijke betrokkenheid - geefgedrag, vrijwilligerswerk - lijkt het tegendeel het geval', zo betoogde hij onlangs in dagblad de Telegraaf. En over de civil society, de burgermaatschappij: 'De feiten blijken te weerspreken dat het zogenaamde maatschappelijk middenveld grotendeels is verdwenen.'



In dit artikel kijken we naar de resultaten van twee recente onderzoeken. Het betreft 'Burgercollectieven in Nederland; een conceptuele en empirische verkenning', in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en het onderzoek 'Geven in Nederland', dat maatschappelijke betrokkenheid  - geefgedrag en vrijwilligerswerk -  in kaart brengt.

Wat zeggen de cijfers uit deze onderzoeken? Nederland telt 6 mln burgers die  vrijwilligerswerk doen; er zijn naar schatting 33.263 vrijwilligersorganisaties. Voorts kent Nederland naar schatting actieve 33.877 ANBI- instellingen. Dit zijn door de overheid erkende particuliere stichtingen of verenigingen met een algemeen nuttig doel. Daarnaast zijn er naar schatting minstens 7.400 burgercollectieven en hun aantal neemt sterk toe.  

Gouden Eeuw

Kijken we naar de vrijwillige geldelijke bijdragen in de vorm van giften, schenkingen en nalatenschappen op jaarbasis dan schatten we dit op minstens € 5,5 mrd. Het werkelijke bedrag ligt aanzienlijk hoger. De komende jaren vindt de grootste intergenerationele vermogensoverdracht in de geschiedenis van Nederland plaats. Een deel daarvan zal zijn weg vinden naar maatschappelijke doelen. We spreken van De Gouden Eeuw van de filantropie.  

Als we vervolgens kijken hoe deze maatschappelijk betrokken burgers en organisaties zich voor maatschappelijke doelen inzetten naast, samen en soms tegen de overheid, dan leveren genoemde onderzoeken het volgende beeld op. De cijfers zijn uit de jaren 2022-2023.

De civil society in beeld
Maatsch. doel Publiek geld (€) Privaat geld (€) Aant. vrijwilligers
       
Kerk, levensbesch. 0* 775 mln 720.000
Gezondheidszorg 93,0 mrd 1 mrd plus 540.000
Internationale hulp 03,6 mrd 763 mln 120.000
Milieu, nat., dieren 01,8 mrd 581 mln 180.000
Onderwijs 50,0 mrd plus 268 mln 480.000
Cultuur 01,6 mrd 401 mln 300.000
Sport, recreatie 01,6 mrd 516 mln 900.000
Sociale doelen 100 mrd 717 mln 1,2 mln
*Kerkelijk monumentaal cultureel erfgoed buiten beschouwing gelaten.

Kerk en levensbeschouwing

Het maatschappelijke doel kerk- en levensbeschouwing ontvangt € 775 mln uit vrijwillige bijdragen. De overheid is hier financieel afwezig (behalve de financiering van kerkelijk monumentaal cultureel erfgoed). Daarnaast zetten 720.000 vrijwilligers zich in voor dit doel.  

Gezondheidszorg

De overheid besteedt aan gezondheidszorg € 93 mrd en de vrijwillige bijdragen zijn goed voor ruim € 1 mrd. Dit doel kent 540.000 vrijwilligers. Daarnaast zijn zelforganisaties een trend. Er zijn nu 270 zorgcorporaties en 2.000 burgerinitiatieven op dit terrein actief.

Internationale hulp

Wat internationale hulp betreft geeft de overheid € 3,6 mrd uit en is de vrijwillige bijdrage € 763 mln (22%). Naast 120.000 vrijwilligers zijn er 5200 burgerinitiatieven die scholen, medische voorzieningen en hulp elders in de wereld organiseren.

Milieu, natuur, dieren

Ook bij het doel milieu, natuur en dieren is de financiële vrijwillige bijdrage in vergelijking met de overheidsuitgaven aanzienlijk: € 581 mln naast € 1,8 mrd; dat is 33%. Voor dit doel zetten 180.000 vrijwilligers zich in. Op het terrein van energie tellen wij al 330 energiecollectieven.  

Onderwijs

Het terrein van onderwijs is vanouds de verantwoordelijkheid van de overheid. Bij de ruim € 50 mrd valt de € 268 mln aan vrijwillige bijdragen in het niet. Toch neemt het aantal scholen dat met fondsenwerving begint toe. Deze sector kent 480.000 vrijwilligers.

Cultuur

Het terrein van cultuur wordt voor een kwart uit vrijwillige bijdragen gefinancierd: 24%. In cijfers: € 401 mln versus € 1,6 mrd van overheidswege. Nederland kent veel actieve cultuurfondsen. Maar musea bijvoorbeeld kunnen het niet stellen zonder de 300.000 vrijwilligers die de museumwinkel draaiende houden en die tal van andere diensten verlenen.  

Sport en recreatie

Op het terrein van sport en recreatie is de financiële vrijwillige bijdrage het grootst: 29%. In cijfers: € 516 mln tegenover € 1,6 mrd. Veel fondsen zetten zich in om met name jongeren, wier ouders het niet kunnen betalen, in staat te stellen aan sportactiviteiten deel te nemen. Zonder de 900.000 vrijwilligers zou Nederland niet in beweging komen.   

Sociale doelen

Het terrein van sociale doelen, zoals de armoedezorg was vanouds een zaak van het maatschappelijk initiatief. In de negentiende en twintigste eeuw heeft de overheid de verantwoordelijkheid voor sociale zekerheid naar zich toe getrokken. De financiële bijdrage vanuit het maatschappelijk initiatief is in verhouding tot de overheidsuitgaven verwaarloosbaar (€ 100 mrd versus 717 mln vrijwillig).  Echter: zoals de cijfers laten zien is maatschappelijk onmisbaar. Want 1,2 miljoen vrijwilligers, fondsen, bedrijven en 7.800 burgerinitiatieven zetten zich voor sociale doelen in. Denk aan voedselbanken en de vele armoedefondsen.

RESUMEREND

Wat valt uit deze cijfers op te maken? Is Nederland verdeeld? Het tegendeel lijkt het geval. Want ondanks de hardnekkige misvatting dat het zogenaamde maatschappelijk middenveld door ontzuiling en ontkerkelijking grotendeels verdwenen is, blijken de feiten dit te weerspreken. Het Nederlandse maatschappelijk initiatief is springlevend gelet op de vele vrijwilligers, het groeiend aantal filantropische fondsen, een heel actieve goede doelen sector, de sterke toename van het aantal burgercollectieven en burgerinitiatieven en de opkomst van sociale ondernemingen.

Dit is een uitgebreidere versie van een recent opinieartikel van prof. Schuyt in de Telegraaf.