Ann Gummels over onderzoek naar vermogensfondsen: partners, professionaliteit & impact

25 juni 2020
Nieuws | | Vermogensfondsen

DDB Expert Onderzoek Marc Wortmann sprak met Ann Gummels, strategie- en organisatieadviseur voor filantropische instellingen, over haar voor de sector zeer waardevolle onderzoek naar vermogensfondsen en hun agenda voor de toekomst. Gummels is een promotieonderzoek op ditzelfde vlak gestart aan de Universiteit Nyenrode.
Interviews met fondsen

Ann Gummels is al jaren actief in de filantropische sector en was de laatste directeur van het Erasmus Centre for Strategic Philanthropy (Kenniscentrum en denktank voor filantropische vermogensfondsen) in Rotterdam, dat in die periode onder andere een groot onderzoek uitvoerde naar filantropische (vermogens)fondsen in Nederland. 
Helaas is dit centrum niet gecontinueerd doordat de financiering wegviel. Het blijft lastig om sectorbrede zaken te financieren in de Nederlandse filantropie. Het bloed kruipt echter waar het niet gaan kan en Gummels heeft begin dit jaar een onderzoek afgerond naar de agenda van de vermogensfondsen door middel van gestructureerde interviews met 30 fondsen. Het is dus vooral een kwalitatief onderzoek met een indicatief karakter, maar zeker interessant voor onze sector.

Uit het onderzoek blijkt dat de meeste fondsen zichzelf als faciliterend zien bij het oplossen van maatschappelijke problemen, een minderheid ziet voor zichzelf een meer sturende rol door programmatisch te werken of een systemische verandering na te streven. Zij denken dat zij door veranderingen door te voeren een grotere bijdrage zouden kunnen leveren aan de oplossing van de maatschappelijke problemen waarop zij zich richten. Samenwerking wordt hierbij genoemd, maar ook een verdere professionalisering van de eigen operatie. De visie op hun relatie met de overheid loopt nogal uiteen, van nauwelijks aanwezig tot aanvullend op het werk van de overheid tot voor een deel van de fondsen zelfs een partner. Interessant is ook dat de fondsen zich in het maatschappelijk veld zien als onafhankelijk en weinig beïnvloed door de wereld om hen heen. 
Genoeg reden om een aantal vragen te stellen aan de onderzoeker.

Waarom ben je dit onderzoek gaan doen?
AG: Vanuit de wens om een bijdrage te leveren aan de sector filantropie, die mij na aan het hart ligt. Vermogensfondsen hebben weinig of geen externe beoordeling van hun bestedingen of een logische benchmark. Ze hebben vaak zelf ook weinig tijd voor reflectie. Zo’n onderzoek kan helpen om inzicht te krijgen en van elkaar te leren.

Veel fondsen geven in het onderzoek aan dat ze willen veranderen, waarom is dat?
AG: Het is niet veranderen om het veranderen, maar om hun bijdrage aan de oplossing van maatschappelijke problemen te vergroten. In het bedrijfsleven heb je simpele indicatoren als winst of marktaandeel om te zien of je het goed doet ten opzichte van anderen. Voor fondsen is dat veel lastiger. Daarom wordt er nu ook zoveel gesproken over impact.

Als je kijkt naar wat fondsen beter willen doen is dat allereerst het eigen functioneren. Waar zien ze vooral mogelijkheden?
AG: Enerzijds meer naar buiten kijken wat er nodig is en met wie je dat dan kunt doen, mogelijke partners maar ook begunstigden. Anderzijds kijken ze naar binnen naar de eigenprofessionaliteit. Er speelt, terecht, altijd een bepaalde mate van gevoel mee in de besluiten maar er is ook het besef van en de behoefte aan een solide in- en externe analyse van processen en keuzes. Dit is wat een brede selectie van de fondsen zelf aangeeft.

Veel fondsen, en zeker corporate foundations, geven de voorkeur aan zelf partners zoeken (pro-actief) boven reageren op vragen en behoeften uit de samenleving, wat meer als reactief wordt gezien. Zijn er ook nog alternatieven voor deze twee vormen naar boven gekomen?
AG: Ik heb in het onderzoek geen corporate foundations bekeken en binnen deze groep van 30 was de minderheid meer proactief en de meerderheid meer faciliterend. In de praktijk is het soms ook allebei, waarbij een deel van het budget programmatisch wordt besteed en een deel via een “brievenbus”. Het denken over impact wijst meer op proactief, programmatisch werken maar heeft, als het te breed zou worden doorgevoerd, het risico dat kleine particuliere initiatieven nergens meer terecht kunnen. Een brievenbus voor aanvragen heeft daarnaast ook de functie van voeling houden met wat er in het veld gebeurt.

Hebben de fondsen helder wie hun stakeholders zijn, zowel intern als extern?
AG: Wat betreft de herkomst is het vaak wel duidelijk: een bedrijf of familie en bij een hybride fonds ook donateurs. Aan de bestedingenkant is het minder duidelijk, daar wordt het meer gezien in termen van doelgroep of begunstigden. Zeker de tussenliggende “uitvoeringsorganisaties” worden vaak niet expliciet meegenomen in de gedachtevorming. Het is ook lastig om in kaart te brengen of je het besteden optimaal doet, je moet als het ware zelf je benchmarks organiseren.

In coronatijd blijken sommige fondsen ineens heel snel te kunnen werken. Zou dat nog invloed kunnen hebben over het denken over de interne processen?
AG: Het hangt er vanaf wat we “na corona” met deze kennis doen. Als je het ziet als een kortdurende eenmalige uitzondering komt er geen verandering. Maar als je terugkijkt naar wat goed heeft gewerkt misschien wel. Het is heel interessant om te bekijken.  organisaties uit verschillende delen van de keten hebben bijvoorbeeld gezamenlijk een crisisfonds opgericht voor kwetsbare kinderen thuis en Kleine coronahulp is ontstaan als samenwerking van een groot aantal (vermogens)fondsen. Deze en andere initiatieven zijn enorm snel van de grond gekomen en hebben in korte tijd veel toekenningen gedaan. Dit betekent dat er vrijwel zeker dingen zijn veranderd in de interne processen, samenwerking en in de verhouding tot de ondersteunde organisaties. Wat kunnen we daar van leren? Hopelijk is er straks tijd en interesse om hierop te reflecteren en het zou goed zijn daar onderzoek naar te doen en dat te delen!
 
Ann Gummels werkt nu als strategie- en organisatieadviseur voor filantropische instellingen (fondsverstrekkend en fondsenwervend) en is een promotieonderzoek op ditzelfde vlak gestart aan de Universiteit Nyenrode. Website: klik hier.  

►Wilt u het onderzoek downloaden? Klik hier.