FIN-voorzitter Rien van Gendt sprak zijn leden op de ALV van begin deze maand bij over zijn rol als belangenbehartiger namens de vermogensfondsen. Van Gendt hield zijn gehoor voor dat er naast een sectorbreed overleg vanuit de SBF, ook belangenbehartiging bij de overheid op brancheniveau noodzakelijk blijft. Van Gendt: "De belangen van vermogensfondsen zijn niet automatisch geborgd. En als de overheid hier al rekening mee houdt, dan (b)lijkt men onvoldoende het onderscheid te kunnen maken tussen fondsenwervende instellingen en vermogensfondsen. Er is dus werk aan de winkel, richting landelijke overheid maar soms ook bij gemeenten, provincies en zelfstandige bestuursorganen. En, op een heel ander niveau, de Europese Commissie."
ANBI-criteria
De FIN-belangen spitsen zich voor een deel toe op de criteria voor Algemeen Nut Beogende Instellingen. Van Gendt schetste de aanloop naar het huidige, reguliere overleg: "In september 2009 hebben wij als FIN gesproken met het ministerie van Financiën over de zorgen en onzekerheid die bij onze leden leven, over de interpretatie van de ANBI-criteria. Vaak zijn die criteria geformuleerd met de belangen van fondsenwervende instellingen voor ogen. Een verwijzing naar het ‘vermijden van oppotten van vermogen' is wellicht zinvol in relatie tot de reserves van fondsenwervende instellingen, maar is volkomen irrelevant in relatie tot het beheer van vermogens van onze leden."
Oppotten
Van Gendt: "De vraag is dan ook hoe de inspecteurs van de Belastingdienst Den Bosch het begrip ‘oppotten' gaan toetsen bij de controle van vermogensfondsen. Ons verzoek aan het ministerie was om de tien criteria voor de ANBI-status (acht uit de ANBI-regeling van begin 2008 en twee uit de nieuwe Successiewet van begin 2010) meer specifiek te vertalen naar de realiteit van onze leden."
Nota
Intussen heeft een FIN-werkgroep bestaande uit Marie Helène Cornips (SNS Reaal Fonds), André Betting (Van Leer Group Foundation), Jan van Haaren (St. Anna Fonds) en Maarten Reuchlin (St. Aanpakken) samen met het FIN-bestuur en -bureau een nota voorbereid met de titel ‘Aanzet tot een gedachtewisseling over afspraken tussen de FIN en de Belastingdienst inzake ANBI'. Dit document is inmiddels met het ministerie besproken en vormt het uitgangspunt voor periodiek overleg tussen ministerie, Belastingdienst Den Bosch en de FIN. Tijdens dit overleg wordt elk ANBI-criterium besproken.