Alles wat het leven de moeite waard maakt

8 maart 2012
Opinie | | (Social) Impact

In de decemberspecial over filantropie van het Financieele Dagblad deed ik een oproep aan de leiders in onze sector om actiever deel te nemen aan het publieke discours over de kwaliteit van onze samenleving. En dat te doen vanuit een rol als ‘betrokken burgerorganisaties’ met eigen middelen, kennis, visie en inspiratie. Op vrijwillige basis, zonder last of ruggespraak. Die oproep heeft iets emancipatoirs en zo is hij ook bedoeld. Met de dominantie van overheid en bedrijfsleven in de democratische driehoek is onze sector te lang weggezet als hobbyhoek voor fröbelende weldoeners. Een rol die we ons ook hebben laten aanleunen. Des te verheugd ben ik over prikkelende bijdragen zoals vorige week in de Volkskrant van Jos Verhoeven en Anton Westelaken, respectievelijk directeur en voorzitter van Start Foundation,een maatschappelijk investeerder die streeft naar een arbeidsmarkt waarop voor iedereen plaats is. In een kloek opiniestuk houden beide bestuurders een gepassioneerd betoog voor een ‘sociaal deltaplan’ dat moet leiden tot een meer inclusieve arbeidsmarkt. De oproep voor een masterplan is niet alleen gericht aan de overheid, maar ook aan de bonden, de werkgevers en de consumenten. Zo’n maatschappijbrede aanpak past in de gedachte dat veel grote problemen te complex zijn geworden om over te laten aan staat of markt. Ik ben de eerste om toe te geven dat we de middelen van onze sector (pakweg 1% van ons BBP) in absolute macro-economische zin niet moeten overschatten, maar de kennis, de inspiratie, de energie en vooral het maatschappelijk draagvlak, dat zoveel organisaties in onze sector kenmerkt, kan nauwelijks overschat worden, mag niet onbenut blijven en is hard nodig om dit land weer op de rails te krijgen. Ik herhaal graag Robert Kennedy’s wisecrack die Verhoeven en Westelaken ook in hun opiniestuk noteerden: “Het nationaal inkomen meet noch ons vernuft noch onze moed, noch onze wijsheid noch onze ervaring, noch onze compassie noch onze toewijding aan het land. Ofwel: het meet alles behalve datgene wat het leven de moeite waard maakt.”