Per 31 oktober 2006 hadden de 18 SHO lid- en gastorganisaties 94% van de actieopbrengst (in totaal 197 miljoen euro) toegewezen aan noodhulp en wederopbouw. De SHO verwacht dat op 31 december het gehele bedrag zal zijn toegewezen. Dat is wat anders dan uitgegeven, want in 2007 zullen vooral op het vlak van de woningbouw nog veel activiteiten in het rampgebied ontplooid worden door de SHO-organisaties.
Het grootste gedeelte van het geld komt ten goede aan hulp en wederopbouw in Indonesië (47%). In Sri Lanka is/wordt 36% van het geld ingezet. India kreeg/krijgt 5%. Thailand steekt daar schril bij af, met name omdat het land door haar sterke economie veel problemen zelf kon aanpakken.
Het tempo waarop de Nederlandse tsunamigelden worden gebruikt lijkt aan de lage kant, maar steekt in feite positief af bij het buitenland. In veel landen is slechts een fractie van de toegezegde miljoenen ook daadwerkelijk overgemaakt. Spanje spant in negatieve zin de kroon. Het land zegde 42 miljoen euro toe, maar gaf tot dusver minder dan een miljoen. De VS beloofde Indonesië 400 miljoen dollar, maar heeft daarvan tot nu toe slechts 70 miljoen dollar overgemaakt. Ook China springt er slecht uit: van de toegezegde 300 miljoen dollar werd slechts 5 miljoen dollar overgemaakt.