Zorgverzekeraar VGZ en Maastricht UMC+ zetten de aanval in op de farmaceutische industrie, door samen longmedicijnen in te kopen. Dat meldde de Volkskrant onlangs. Maar voor longpatiënten zijn de risico’s niet te overzien. Hun positie wordt kwetsbaarder dan ooit, verwacht het Longfonds. Mensen moeten vooral opletten als ze van medicijn wisselen.
Longpatiënten in Maastricht zouden voordelig uit zijn, omdat de longmedicijnen die het ziekenhuis selecteert, niet ten koste gaan van hun eigen risico. Maar dat is een schijnsucces: de meeste mensen met een longziekte zijn sowieso hun eigen risico snel kwijt. Is het niet aan medicijnen, dan wel aan andere zorg. Bovendien worden longpatiënten die nu een goed werkend medicijn hebben, verleid om over te stappen op een medicijn en inhalator die vallen binnen de selectie van VGZ en UMC+. Dat lijkt op korte termijn fijn voor je eigen risico, maar is misschien niet het beste voor je gezondheid. Dat is duurkoop op termijn voor de patiënt en leidt tot meer zorgkosten.
Wisselen van medicijn
Een bekend probleem is dat longpatiënten regelmatig worden gedwongen te wisselen van medicijn en inhalator. De arts schrijft het één voor, maar bij de apotheek krijgt de patiënt iets anders. Omdat daarover inkoopafspraken bestaan tussen apothekers en zorgverzekeraars. Wisselen is een risico, want longpatiënten moeten goed vertrouwd zijn met zowel de techniek van het inhaleren als de werking van hun medicijn. Dat luistert nauw, het is maatwerk en vraagt uitgebreide instructie. Gaat dat mis, dan worden mensen zieker dan ze al waren en doen ze een nog groter beroep op de zorg. Dat risico bestaat vooral bij mensen die nu met goede medicijnen en inhalatoren hun longziekte onder controle hebben.
Liever niet wisselen
In de Maastrichtse inkoopplannen blijft het risico bestaan dat patiënten wisselen, het risico wordt wellicht groter. Ook hier kan de inkoop door zorgverzekeraars ertoe leiden dat, als de inkoop van medicijnen verandert, daarmee ook het medicijn en de inhalator voor de patiënt wisselen. Het Longfonds raadt mensen aan om er op te letten dan hun medicijn niet onnodig wisselt.
Gereedschapskist
Naast de zorg over het wisselen van medicijnen en inhalatoren, heeft het Longfonds grote zorgen over beperking van medicijnkeuze: de gereedschapskist van de arts wordt steeds leger, hij moet van goeden huize komen om af te wijken van de inkoopselectie. Ook de apotheker is gebonden aan deze inkoopafspraken. Longziekten zijn erg verschillend en ze veranderen gaandeweg, de gereedschapskist moet niet tekort schieten.
Stem van de patiënt
Daarnaast mist het Longfonds in de Maastrichtse aanpak de stem van de patiënt: in het maken van de plannen en in de beoordeling. Voor zover we weten, wordt niet bijgehouden hoe mensen op den duur effect op hun gezondheid ervaren. Ook betwijfelt het Longfonds of de Maastrichtse aanpak juridisch door de beugel kan, bijvoorbeeld omdat er sprake lijkt van financiële prikkels die alleen onder strikte voorwaarden mogen worden toegepast.
Ten slotte: het initiatief in Maastricht richt z’n pijlen op de farmaceuten, alsof zij bepalen welke medicijnen longpatiënten krijgen. Terwijl toch vooral longartsen en huisartsen die rol vervullen. En vergeet niet de stem van de patiënt zelf – hoewel die stem in Maastricht beperkt lijkt.
Zorgverzekeraar VGZ zou de Maastrichtse aanpak graag toepassen in heel Nederland. Maar aan die aanpak kleven voor het Longfonds nu nog grote bezwaren. Grondige beoordeling op de effecten bij de patiënt op lange termijn is nodig, met op z’n minst een stevige stem voor de patiënt.
In gesprek
Deze winter spreekt het Longfonds uitgebreid met zorgverzekeraars en zorgverleners over longmedicijnen. We roepen VGZ en Maastricht UMC+ op om met het Longfonds te spreken over de zorgen.
Organisatienieuws