Uit het juryrapport: Als er iemand iets zinnigs te zeggen heeft over kansenongelijkheid en de strijd daartegen, dan is het Heleen Terwijn wel. In de jaren 90 deed de psycholoog promotieonderzoek in Amsterdam-Zuidoost en ontdekte ze dat kinderen er amper iets leerden over hun toekomstmogelijkheden. ‘Geen advocaat, dokter, journalist of ingenieur in hun eigen omgeving waarmee ze even kunnen praten om te zien wat zo’n vak precies inhoudt. Ze hadden totaal geen netwerk dat hen op weg kon helpen, al was het maar met een snuffelstage.’ Zo ontstond haar idee voor een school waar jongeren uit achterstandswijken in contact konden komen met enthousiaste professionals uit verschillende vakgebieden. Terwijn wilde ze laten vertellen over wat hun beroep inhoudt, ‘maar vooral wat hen motiveert. Waarom ze zo begeesterd zijn’. In 1998 was IMC Weekendschool een feit. 27 jaar later heeft de school tien vestigingen door heel Nederland en heeft ze, geheel onafhankelijk van de overheid, een breed draagvlak verworven onder bedrijven, instellingen, gastdocenten en duizenden andere vrijwilligers. Hoewel het bedrijf van Rob Defares, IMC Financial Markets & Asset Management, een cruciale rol speelde in de starfase, is het nu ‘slechts’ een van de ruim honderd financiële partners die Terwijns geesteskind steunen. IMC Weekendschool begon als zondagschool met een aanvullend driejarig onderwijsprogramma voor leerlingen van groep 7, 8 en de brugklas. Sinds enkele jaren heeft de school echter ook een plek veroverd in het reguliere onderwijs. Op een groeiend aantal basisscholen kunnen jongeren twee jaar lang, onder schooltijd, ‘motivatie-gericht onderwijs’ volgen. Terwijn wil jaarlijks vijfduizend leerlingen bereiken. Volgens de ‘oermoeder’ van de school kan het ‘heel demotiverend werken’ om te benadrukken dat kinderen ‘een zo hoog mogelijk diploma moeten halen’. ‘Het hoogste doel van het onderwijs, en van ons allemaal, zou moeten zijn om kinderen gemotiveerd, betrokken en met zelfvertrouwen de samenleving in te sturen.’ Uit onderzoek van IMC Weekendschool en de Universiteit van Amsterdam bleek dat de school hierin is geslaagd. Weekendschoolkinderen kunnen meer kwaliteiten van zichzelf benoemen en noemen zichzelf minder vaak dom. Ze hebben meer kennis over beroepen en kunnen beter zeggen waarom ze iets willen worden. Omdat ze hun mogelijkheden zien, zijn ze gemotiveerder om school af te maken. Zo’n 90% van de alumni geeft aan de school niet te hebben willen missen. Velen komen terug als gastdocent of coach. ‘Als leerlingen zien dat alumni heel goed bezig zijn, willen ze één ding als ze van de Weekendschool afkomen: later ook zo worden.’ Alumni zijn de grote kracht van de school.