Inburgeren op filantropie
Met een nieuwe regering in de coulissen kan het geen kwaad om het advies van de experts serieus te nemen. Schuyt: ‘Wat het nieuwe kabinet moet weten? Dat Nederland meer is dan Den Haag. Zaken als maatschappelijk initiatief, vrijwilligerswerk en burgercollectieven staan nergens in de partijprogramma’s noch in het regeerprogramma. Ik wens het nieuwe kabinet dan ook een inburgeringscursus toe op het terrein van filantropie. Om te ontdekken dat Nederland een zelf-georganiseerd land is met vele verenigingen, maatschappelijke initiatieven, vrijwilligerswerk en burgercollectieven.’
Geen speeltje voor de rijken
Inderdaad wonderlijk dat je in de politieke discussie het maatschappelijk initiatief nauwelijks terugziet. Terwijl dat onderwerp systematisch wordt weggeschoven maken de onderzoekers het zichtbaar. Schuyt opteert dan ook voor een opleidingstraject op gemeentelijk niveau. ‘Het is namelijk essentieel dat alle overheidsdienaren weten hoe Nederland in elkaar zit. Dat filantropie niet een speeltje is voor de rijken maar dat het gaat over maatschappelijke betrokkenheid die heel eigen is van Nederland.’
Pseudo-filantropen met brievenbusfirma’s en fiscale trucs
Gastspreker tijdens de Dag van de Filantropie was Rutger Bregman, oprichter van de School for Moral Ambition. Zijn op pseudo-filantropen met imperia van brievenbusfirma's en fiscale trucs die volgens hem met veel tromgeroffel vooral aan PR doen ging moeiteloos over op zijn stokpaardje: filantropen met morele ambitie. En dan vooral veelgevers met een concreet plan om niet langer zo rijk te zijn. Waarachtige filantropen die durven het gat in de markt te vinden, zoals abolitionisten, suffragettes en voorstanders van de pil. Bregman, vol overtuiging: ‘Daar maakte filantropie het verschil. Gaan waar anderen niet durven te gaan. Moreel ambitieus zijn dus.’ Een mooie gedachte om het symposium mee te openen.
Coördineren, registreren en verbinden
En wie hebben we daar? Het ministerie van Justitie en Veiligheid is coördinerend departement filantropie. Als neutraal departement kent het geen subsidiestromen. Het houdt zich bezig met toezicht en de organisatie van interdepartementaal filantropie-overleg. Odiel Evenhuis is Rijkscoördinator Filantrope en Kansspelen: ‘De sector is zelfregulerend. Onze rol als coördinator is verbinden en ontwikkelingen registreren. De hand richting de sector en de hand van de overheid proberen wij te sluiten. Wat wij in het rapport signaleren is de breedte aan maatschappelijke initiatieven. Dat maakt het voor de overheid soms wat lastig als we de sector willen ondersteunen. Niet zozeer financieel als wel met regeldruk en wetgeving. De grote pluriformiteit maakt het ongelooflijk uitdagend. We gaan het rapport nu eerst heel goed lezen en dan is het wachten op het nieuwe regeerakkoord.’
Meer tijd dan geld
Bij ondernemersvereniging VNO-NCW is Linda van Beek strategisch beleidsadviseur. ‘Voor ondernemend Nederland zien wij een aantal ontwikkelingen. Wat opvalt is dat er veel meer is bijgedragen in tijd dan in geld. Een win-win voor velen omdat je juist met tijd veel impact kunt maken, dus niet alleen met giften en sponsoring. Kennis, kunde en menselijk kapitaal inzetten in de samenleving kan veel waarde brengen voor een goed doel. Zo zien we dat er in samenwerken met een bedrijf veel potentie schuilt. Ongetwijfeld zal de economische situatie een rol hebben gespeeld bij de daling in giften hoewel we constateren dat de maatschappelijke betrokkenheid van bedrijven juist toeneemt. Dat zit ook in onze koers: ondernemen voor brede welvaart.’
Minder geld voor goede doelen
Het rapport Geven in Nederland laat zien dat er sprake is van een neergaande trend, ongeveer 400 miljoen. De algemene stemming is dus beslist niet rooskleuring. Dat concludeert ook Stephanie Koolen-Maas, onderzoeker Geven in Nederland aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de VU. ‘De impact van die trend is groot. Organisaties moeten hun fondsen dus ergens anders vandaan halen of men moet zich erbij neerleggen dat er minder geld is voor goede doelen.’
Financiële zekerheid
Die dalende trend zien we evenwel niet bij nalatenschappen. Daar verwachten de onderzoekers dat de daadwerkelijke waarde rond de 1 miljard euro ligt. In het rapport is dat bedrag aanmerkelijk lager. Dat ligt aan de beperkte beschikbaarheid van data. Een correctie daarop ligt in het verschiet. En het bedrijfsleven? Koolen-Maas: ‘Daar zien we een daling van ca. 20 %. Of er een ombuiging gaat plaatsvinden terug naar het oude niveau nu de economie weer opleeft, dat is onzeker. Geefgedrag in die sector heeft sterk te maken met financiële zekerheid. Opvallend is wel dat 69% van de bedrijven niks geeft, het hoogste percentage ooit gemeten.’
6.000 vermogensfondsen
De overall daling heeft zeker maatschappelijke impact bevestigt René Bekkers, hoogleraar Filantropie aan de VU en directeur Centrum voor Filantropische Studies: ‘Die impact is verspreid over tal van organisaties. Vooral op het terrein van religie en levensbeschouwing, voorheen de belangrijkste ontvanger van giften van huishoudens. Tijdens corona sloeg dat om naar de sector gezondheid, een steeds belangrijker doel en inmiddels op 1 in termen van euro’s. Dat was al zo in percentages van huishoudens die goede doelen steunen: twee derde steunt gezondheid. Sinds het begin van het onderzoek is het geefgedrag van huishoudens sterk gegroeid, tot 2003. Ook is het goed te weten dat er in Nederland naast 45.000 geregistreerde goede doelen zo’n 6.000 vermogensfondsen zijn. Een maatschappelijke kracht om te kennen en om mee samen te werken.’
In de wandelgangen
'Nieuw kabinet moet op inburgeringscursus'
20 juni 2024
Verslag | Floris Kappelle | In de wandelgangen
In de wandelgangen van de Dag van de Filantropie in het ING Cedar-gebouw treffen wij filantropie-coryfee Theo Schuyt. De VU-hoogleraar Filantropische Studies was in 1995 initiatiefnemer van het onderzoek Geven in Nederland. Sindsdien heeft hij een ondubbelzinnige blik op de werkelijkheid. Hij is nog altijd zeer gedreven. Alsof zijn carrière net is begonnen. ‘Filantropie is maatschappelijk onmisbaar, maar politiek onzichtbaar. Dat was dertig jaar geleden zo. En dat is nog steeds zo.’