‘NEDERLAND IN 2022 MINDER VRIJGEVIG’

Onderzoeker Stephanie Koolen-Maas over studie GIN 2024

Onderzoeker Stephanie Koolen - Maas.
Onderzoeker Stephanie Koolen - Maas.
13 juni 2024
Analyse | | Wetenschap & Onderzoek

Uit het Geven in Nederland onderzoek editie 2024 doemt geen rooskleurig beeld op inzake de stand van de filantropie in 2022, het focusjaar van deze tweejaarlijkse studie. Vooral bedrijven droegen minder bij aan goede-doelenorganisaties. De vraag is nu of hier sprake is van een tijdelijke dip waarna de stijgende lijn doorzet. Een toelichting op de cijfers en trends.



Wat deden de huishoudens in 2022?

Stephanie Koolen-Maas: ‘Dit is de trend: huishoudens geven veruit het meest, ze zijn verantwoordelijk voor 41% van de totale bijdragen aan goede-doelenorganisaties. Echter: de totale waarde van giften van huishoudens is toegenomen, maar door aanzienlijke inflatie sinds het voorjaar van 2022 is een euro minder waard dan in eerdere jaren. De reële waarde van giften van huishoudens is dan ook afgenomen. Daarbij passen enkele kanttekeningen: ’

‘Het jaar 2022 kende een succesvolle nationale actie voor Oekraïne die €184 mln opleverde. Dit bedrag kwam op het reguliere giftenbedrag van huishoudens. Maar structurele ontwikkelingen maken dat geven door huishoudens in alle lagen van de bevolking al jaren aan het dalen is. Het percentage van het besteedbaar inkomen dat huishoudens weggeven ligt nu op 0,34. Dat is lager dan vorige edities van ons tweejaarlijks onderzoek. Deze trend is vooral gedreven door generatievervanging. Korte-termijnontwikkelingen in de economie hebben doorgaans minder effect.’
  
‘Nog even de puntjes op de i: driekwart van de huishouden – 76% – gaf in 2022 geld of goederen aan goede-doelenorganisaties. In 2020 was dit 73%. Het gemiddelde bedrag aan giften van huishoudens in 2022 bedroeg € 352. Onze gegevens zijn gebaseerd op een steekproef van het CBS waarin we konden meeliften. Voor de fijne nuances gebruikten we een steekproef van Verian onder een groep Nederlanders die we al langer volgen.’   

Het is voor het eerst sinds 2011 dat een meerderheid van de bedrijven niet bijdraagt aan goede-doelenorganisaties. Hoe zit dat?

‘De schatting van bijdragen van bedrijven aan goede-doelenorganisaties in 2022 ligt beduidend lager dan die in 2020. Waar in 2020 nog 61% van de bedrijven bijdroeg aan goede doelen, droeg in 2022 slechts 39% bij met sponsoring en/of giften. Mogelijk hebben inflatie en grote financiële onzekerheid bedrijven in 2022 terughoudender gemaakt. Een meerderheid van de bedrijven draagt niet bij aan goede-doelenorganisaties.’

‘Nu de kanttekeningen: Bedrijven die geven zijn vrijgevig. Meer dan voorheen worden goede-doelenorganisaties ondersteund door een klein aantal vrijgevige bedrijven. Daarnaast blijkt dat bedrijven in 2022 meer zijn gaan bijdragen met tijd, bijvoorbeeld door werknemersvrijwilligerswerk of pro-bonowerk. Circa 29% van de bijdragen (€ 507 mln) doen bedrijven in de vorm van tijd. In 2020 en 2028 lag dit percentage rond 17%.’  

Hoe kwamen jullie deze gegevens op het spoor?

‘We deden een steekproef onder ruim duizend bedrijven. We wegen deze gegevens op basis van CBS-cijfers van de werkelijke populatie van Nederlandse bedrijven op grond van sector en aantal werknemers. Het blijft een grove schatting, maar de beste die we kunnen bieden. Sectoren die we uitsluiten zijn cultuur, sport & recreatie, gezondheidszorg, landbouw en overheidsinstellingen. Bij een aantal organisaties is namelijk niet altijd duidelijk of het commerciële bedrijven zijn. En zo is de steekproef gelijk aan die uit eerdere edities.’

Nalatenschappen zijn een belofte voor de toekomst?

‘Zeker, een bijdrage van 8% aan het totale geefgeld is een mooie score. We konden €368 mln in kaart brengen, maar denken dat er in werkelijkheid sprake is van circa € 1 mrd. Onder een groep van 172 goede-doelenorganisaties waarvan de gegevens bekend zijn sinds 2001 zijn de inkomsten uit nalatenschappen sinds 2005 namelijk sterk gestegen. Dit geldt vooral voor organisaties die actief zijn op het vlak van gezondheid, internationale hulp en cultuur.’

‘We verwachten dat deze trend in de komende jaren zal doorzetten en versnellen en baseren dit op vier scenario’s. We denken dat de inkomsten uit nalatenschappen voor ANBI’s tot 2048 zullen stijgen tot een waarde tussen € 2,1 en € 6,7 mrd per jaar. De cumulatieve waarde van nalatenschappen aan goede doelenorganisaties over de periode 2023 – 2059 varieert van € 67,4 mrd tot € 186,1 mrd. De bandbreedtes zijn onder meer afhankelijk van demografische ontwikkelingen en waardeontwikkeling van het vermogen.’

Hoe zit dat?

‘Er komt een grote intergenerationele vermogensoverdracht aan en het aantal Nederlanders dat kinderloos overlijdt neemt snel toe.  Niet minder dan 98% van de nalatenschappen aan goede-doelenorganisaties komt van mensen die kinderloos zijn, vooral vrouwen want die leven doorgaans langer dan mannen. Van de vrouwen die in 1935 geboren werden bleef 11% kinderloos, bij van vrouwen uit het geboortecohort van 1985 ligt dit percentage op 25.'
  
‘Tot slot ook hier enkele kanttekeningen. Dat het totaalbedrag van bijdragen uit nalatenschappen (€ 368 mln) aan het totale geefgeld in 2022 lager lag dan in 2000 (€ 388 mln) komt deels door het beperkte aantal goede-doelenorganisaties in de database van toezichthouder CBF. Daarnaast hoeven goede-doelenorganisaties sinds 2005 geen erfbelasting meer te betalen en zijn eventuele cijfers die daarmee verband houden bij de Belastingdienst niet meer voldoende inzichtelijk.’

Bij de fondsen en de loterijen zat niet veel beweging?

‘Fondsen dragen 7% bij aan het totale geefgeld. Net als bij nalatenschappen zijn ook deze cijfers onderschattingen. Door verbeteringen in de dataverzameling krijgen we de bijdragen voor fondsen steeds beter in beeld. De loterijen afdrachten aan goede doelenorganisaties zijn net als die van fondsen in 2022 op hetzelfde niveau als die in 2020. Loterijen dragen 11% bij aan het totale geefgeld.’

Tot slot de vrijwilligers.

‘Vrijgevigheid kan ook worden uitgedrukt in vrijwilligerswerk. Het percentage dat vrijwilligerswerk doet voor een maatschappelijke organisatie neemt af sinds 2001-2002. Dit aandeel heeft zich na de coronapandemie in 2022-2023 niet kunnen herstellen. Ze zetten zich vaak in voor sportverenigingen (12%), organisaties op het vlak van verzorging en gezondheid (10%). Vrijwilligers op het gebied van vluchtelingenwerk, mensenrechten of ontwikkelingssamenwerking besteden met gemiddeld 35 uur per jaar de meeste tijd aan vrijwilligerswerk’

‘Ook buiten maatschappelijke organisaties zetten Nederlanders zich in voor anderen. In 2022 zette 58% zich in door emotionele steun te bieden, hulp in de huishouding of klussen te doen. Dat was 61% in 2020. Daarnaast was 27% actief in wijk- of buurtwerk tegenover 29% in 2020. Een derde vorm is inzet voor een online gemeenschap, bijvoorbeeld door kennisdeling. In 2022 betrof dit  21% (was 14%).'

Wat leert onderzoek over medewerkersvrijwilligerswerk?

‘In Nederland is daar een goed begin mee gemaakt. Maar er valt zowel voor bedrijven, voor werknemers en voor maatschappelijke organisaties nog veel te winnen. De onderzoeksspecial laat enerzijds zien wat het potentieel is; anderzijds dat bedrijven en maatschappelijke organisaties verschillende werelden zijn waartussen bruggen geslagen moeten worden. Denk bij de verschillen aan andere ambities, andere missies, een andere taal. Werk aan de winkel dus.’

Waar zit de verwondering bij u als onderzoeker?

‘Bij het feit dat zoveel vrouwen nu en later kinderloos blijven. Daarnaast bij het gegeven dat de boomers, die de komende decennia komen te overlijden, gerekend worden tot de rijkste generatie ooit in de Nederlandse geschiedenis. Er komt in de komende dertig jaar een enorme vermogensoverdracht aan.'

Overleeft de filantropie het hoofdlijnenakkoord?

‘Dat is de vraag. Want zie het schenken aan goede doelen maar eens als een kruk met drie poten: huishoudens, bedrijven en de andere bronnen van bijdragen. Als de giftenaftrek wordt beperkt, wordt de poot van de huishoudens wankel. De poot van de bedrijven, die vaak gevoelig zijn voor conjuncturele schommelingen, is al wankel. Zo blijft de kruk dus niet overeind. Laten we hopen dat dit scenario geen werkelijkheid wordt.’

Wat is het belangrijkste signaal dat u wilt afgeven over dit onderzoek?

‘We schetsen geen rooskleurig beeld, maar over de hele linie zien we ook lichtpuntjes. Het is niet alleen maar kommer en kwel. Het is een genuanceerd verhaal. Een grove schatting ook, vooral wat betreft de bijdragen van bedrijven. Het kan zijn dat deze bron van bijdragen disproportioneel wordt beïnvloed door enkele bedrijven uit onze steekproef. In werkelijkheid kunnen bijdragen dus hoger of nog lager zijn. Enige voorzichtigheid is geboden.’

Wat hoopt u als onderzoeker?
‘Dat we in de editie 2026 met gegevens over 2024 een ander beeld kunnen laten zien. Dat we niet hoeven te melden dat sinds 2020 een daling is ingezet, maar dat er in 2022 sprake was van een dip en dat een stijgende lijn doorzet. En dus dat het aandeel van het geefgeld in het bruto nationaal product – nu op een dieptepunt – zal toenemen.’