Kunnen fondsbestuurders de planeet redden?

Laat ze de klimaatlens hanteren bij hun inspanningen

Voorsorteren op zee van regels. 
Voorsorteren op zee van regels. 
26 oktober 2023
Analyse | | Vermogensfondsen

Voorsorteren op toekomstige duurzaamheidswetgeving vraagt veel van bedrijven en organisaties. Maar vernieuwing biedt ook inspiratie en kansen voor samenwerking met fondsbestuurders.



Genoeg gedraald. We weten het: op het vlak van klimaat en duurzaamheid zijn fundamentele veranderingen nodig. De Europese Unie wil met de Green Deal naar een hulpbronnenefficiënte economie: vanaf 2050 geen netto broeikasgassen meer uitstoten. De transitie naar een leefbare wereld kan niet zonder betrouwbare duurzaamheidsinformatie.

Het grillige klimaat trekt zich niets aan van gemor over de Green Deal. Sterker: de ‘groene richtlijn’ uit Brussel – de CSRD: Corporate Sustainability Reporting Directive – verplicht vanaf 2024 steeds meer bedrijven te rapporteren over hun impact op mens en klimaat en vice versa. Er nadert een vloedgolf aan nieuwe duurzaamheidsregels. Accountants reppen van een ‘reporting & audit explosion’.  

Risico's en kansen

Het buzzword is ‘dubbele materialiteit’: rapportage gaat enerzijds over duurzaamheid gerelateerde impact – positief of negatief –  zoals water- en droogteschade, reputatierisico’s of CO₂-heffingen: dus de financieel materiële impact op organisaties (outside-in). Anderzijds gaat het over impact – positief of negatief –  die de organisatie heeft op mens en milieu. Dat kan zijn schade aan biodiversiteit, maar ook mensenrechtenschendingen (inside-out).

Net als van de Corporate Governance Code voor beursbedrijven gaat van de CSDR een bredere werking uit. Primaire gebruikersgroepen van deze groene richtlijn zijn beleggers en investeerders, waaronder vermogensfondsen en organisaties uit de civil society, zoals NGO’s (milieuorganisaties) en sociale partners (vakbonden). Bij al deze groepen is sprake van een toegenomen informatiebehoefte over duurzaamheidsprestaties.

Filantropie en duurzaamheid

Generaties middelbare scholieren lazen zinnetje als deze in hun leerboeken economie: ‘Onze leefwijze en onze productiemethoden veroorzaken aantasting van het milieu die, wanneer er niet tegen opgetreden wordt, de aarde onleefbaar maken.’ Minder bekend is dat filantropie en duurzaamheid meer gemeen hebben dan je in eerste instantie zou denken. Ze vinden elkaar in de combinatie van lange-termijnoriëntatie en het dienen van het algemeen nut.
 
 Intussen tekent zich onder economen een paradigmaverschuiving af. Milton Friedman betoogde in 1970 dat de enige maatschappelijke verantwoordelijkheid van de onderneming is het maximaliseren van de winst (‘while confirming to the basic rules of society, both those embodied in law and those embodied in ethical custom’). Joseph Stiglitz liet zich in 2023 ontvallen: ‘We moeten de planeet redden, alle andere crises zijn secundair.’ Een ander geluid!

Samen aan de slag

Natuurlijk kunnen fondsbestuurders de planeet niet in hun eentje redden. Net zoals de accountants of de toezichthouders dat niet in hun eentje kunnen. Maar zoals de Leidse hoogleraar Jan Willem Erisman, de man achter het onderzoeksprogramma Liveable Planet, het onlangs formuleerde: ‘Het is onverstandig om in paniek te raken of het bijltje erbij neer te gooien, omdat we juist met z’n allen, op elk niveau, samen aan de slag moeten.’

Fondsbestuurders doen er goed aan om bij hun donaties, investeringen en beleggingen in deze ontwikkeling mee te lopen en steevast de klimaatlens te hanteren. DDB-expert Edith Kroese schreef eerder dit jaar wat niet-ondernemingen, waaronder filantropische organisaties, met de CSRD kunnen: niet alleen voorsorteren op toekomstige wetgeving, maar er ook inspiratie uit putten voor hun eigen MVO-beleid. En daarnaast kansen grijpen voor samenwerking.

Tot slot

Redelijk denken over duurzaamheid en klimaat is geen vluchtig item uit de actualiteitenbioscoop die we dagelijks bekijken. Een notitie van Marcus Aurelius (121 – 180 n. Chr.), de Romeinse keizer-filosoof, bewijst dat het een tijdloos thema is. ‘De degeneratie van het redelijk denken is een pest, veel erger nog dan de ziekmakende verontreiniging van en het bederf van de lucht die wij inademen. Want dat laatste tast levende wezens aan in hun biologische leven, maar dat andere treft de mensen in hun mens-zijn zelf.’