Meer daadkracht tonen
Natuurlijk: in de eerste jaarhelft van 2023 maakte de SBF zich druk om gesleutel aan fiscale aftrek van periodieke giften. Met matig succes. En ook om het tornen aan de optie van belangenorganisaties om herstel van misstanden in de samenleving bij een Nederlandse rechter af te dwingen. Maar van de SBF mag je een scherper profiel en meer daadkracht verwachten. Zeker in een tijdperk van verandering of, zoals sommigen menen, een verandering van tijdperk.Zeker: lobbyen doe je achter de schermen. Een wetmatigheid onder lobbyisten luidt: hoe onzichtbaarder de lobby des te effectiever. Daar ligt een belangrijke taak van de SBF: overleg met de overheid inzake voorgenomen beleid, wet- en regelgeving en uitvoeringskwesties. Dit alles om de randvoorwaarden waaronder de aangesloten brancheorganisaties opereren te optimaliseren. Maar in tijden van crises klinkt de roep om transparantie en verantwoording steeds vaker en luider
Tegenstrijdige belangen overstijgen
Het platform SFB behartigt de – soms tegengestelde – belangen van drie zelfstandige brancheorganisaties. Dat zijn Goede Doelen Nederland, de club van 233 – door het CBF erkende – goede doelen; Fondsen in Nederland met meer dan 350 fondsen en foundations en ten slotte het interkerkelijk contact in overheidszaken (CIO): 28 aangesloten christelijke kerken, twee joodse gemeenschappen. Over die kerken hoor je weinig. Waarom eigenlijk?Miljoenen Nederlanders willen bijdragen aan een betere samenleving en dat is keihard nodig want de participatiemaatschappij van Rutte IV is vastgelopen. Goede doelen, fondsen, kerken en verenigingen ondersteunen hun initiatieven. Dat is immers hun raison d’être. Het maatschappelijk klimaat is verschraald en verhard. Wie wat wil bereiken moet komen met goede argumenten, een sterk verhaal en een overtuigende prestatie. Daar is veel winst te behalen.
Ongemakkelijke feiten weerleggen
De sector is in rep en roer. GDN tobt met een ethische kwestie. De puissant rijke zakenfamilie Van der Vorm stak het voor Nederlands begrippen ongekende bedrag van circa € 800 mln in Rotterdamse goede doelen en ontweek tegelijkertijd de Nederlandse fiscus. De investeringsmaatschappij van de familie lijkt geen schoolvoorbeeld van maatschappelijke verantwoord. ondernemen. ‘Goede’ doelen moeten kritischer omgaan met fiscale fratsen van weldoeners.Bij de FIN liggen zaken anders. Krachtens de Geefwet hebben fondsen en foundations een hoge mate van vrijheid van handelen. Dit betekent dat ze snel kunnen opereren en risico’s niet uit de weg gaan. Keerzijde is dat ze opereren in de beslotenheid van achterkamertjes en veelal op afstand van de samenleving staan. Bovendien zijn ze over het algemeen geneigd het grootste deel van hun vermogen op te potten. Terwijl barre tijden vragen om kapitaalinjecties.
Financieel fundament borgen
Ten slotte de kerken. Vrijwel de hele groei van de filantropie was vanaf het midden van de jaren negentig (tot medio jaren 2000) te danken aan Nederlanders die zich kerkelijk noemen. Maar dit stabiele contingent gevers – aangevoerd door de ‘stille generatie’ van vóór de Tweede Wereldoorlog – sterft uit. Intussen leidde ontkerkelijking in grote delen van het land tot een leegloop van godshuizen. Daarmee droogt een belangrijke geldbron op.Controle is goed, vertrouwen beter. De SBF wilde een systeem van zelfregulering. De vraag is in hoeverre dit stelsel toekomstbestendig is. Als filantropie op een duidelijke en verantwoordelijke manier werkt, draagt dat bij aan een eerlijke, transparante sector. Maar voor het publiek blijft veel schimmig. Hoe komen keuzes tot stand? Doet men wel de juiste dingen? En waar blijft de vernieuwingsagenda? Hier ligt een opgave voor de 'drie-eenheid'.