'Dit moet een wake-up call zijn'

Laatste waarschuwing voor filantropie en civil society

Inperking civil society wereldwijd probleem.
Inperking civil society wereldwijd probleem.
31 oktober 2024
Blog | | Civil society

Barry Knight betoogt in zijn Alliance magazine blog ‘Dit moet een wake-up call zijn: Laatste waarschuwing voor filantropie en civil society’ dat de krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld wereldwijd een probleem is geworden door de toenemende invloed van antidemocratische en radicaal-rechtse krachten. Hierdoor komen kernwaarden zoals democratie, maatschappelijke vrijheden en internationale samenwerking in gevaar. Waardoor komt dit, en welk antwoord kan progressieve filantropie hierop geven?



De titel van dit artikel is een citaat van Hanna Surmatz, hoofd beleid bij Philea, die waarschuwde voor de gevolgen van de EU-verkiezingen in juni 2024: ‘Antidemocratische en anti-EU krachten winnen aan invloed en vormen een risico voor onze Europese kernwaarden, zoals democratie, rechtsstaat en fundamentele rechten. Hiermee komt ook de ruimte voor civil society en filantropie in gevaar. Dit moet een wake-up call zijn.’

Rond dezelfde tijd vroeg Timothy Garton Ash, hoogleraar Europese Studies aan de Universiteit van Oxford: ‘Zal Europa wakker worden voordat het te laat is?’

Hoewel radicaal-rechts bij de recente EU-verkiezingen aanzienlijke winst boekte, is dit geen nieuwe ontwikkeling, aangezien politiek extremisme al jaren toeneemt. Wat wel nieuw is, is dat we nu op een kantelpunt staan. Vijf jaar geleden concentreerde het probleem van de 'krimpende ruimte voor de civil society' zich in bepaalde landen, maar nu is het een wereldwijd probleem waarbij 'Europa een smeltkroes wordt voor een nieuw tijdperk van rechts-populisme in het Westen.' Alleen al dit jaar zagen we hoe autoritaire leiders hun controle over het maatschappelijk middenveld vergrootten in Georgië en Slowakije.

De Verenigde Staten kunnen de volgende zijn. Project 2025 is opgesteld door de Heritage Foundation, een rechtse Amerikaanse denktank, ter voorbereiding op de verkiezing van de volgende Republikeinse president in november 2024. Een uitgebreide blauwdruk voor de hervorming van Amerika stelt voor dat de volgende conservatieve president zich hard moet maken om de invloed van de "woke" cultuur te verminderen binnen Amerikaanse maatschappelijke instellingen. ‘Dit begint met het schrappen van termen als seksuele geaardheid en genderidentiteit, diversiteit, gelijkheid en inclusie, gendergelijkheid, reproductieve rechten en elke andere term die gebruikt wordt om Amerikanen hun rechten volgens het Eerste Amendement te ontnemen uit federale wetten, regelingen, contracten en subsidies.’ (p.4-5)

Laura Thornton, senior vicepresident voor democratie bij het German Marshall Fund, heeft de gevolgen voor internationale samenwerking onderzocht: ‘De werkzaamheden van het Amerikaanse Agentschap voor Internationale Ontwikkeling (USAID) zouden drastisch worden ingeperkt vanwege de afkeer van de Heritage Foundation van wat zij noemen de “verdeeldheid zaaiende politieke en culturele agenda van het agentschap dat abortus, klimaatextremisme, genderradicalisme en interventies tegen vermeend systemisch racisme bevordert”.’

 
barry-knight.jpg
Barry Knight.
‘Het woord “gender” zou systematisch worden verwijderd uit alle USAID-programma’s en -documenten. Project 2025 geeft specifieke VN-organisaties aan die geen financiering meer moeten krijgen en stelt voor dat de president meer macht krijgt om Amerikaanse buitenlandse hulp toe te wijzen. Dergelijke hulp zal niet worden ingezet om armere landen te helpen de gevolgen van de klimaatverandering aan te pakken, maar zal besteed worden aan het bevorderen van de belangen van bedrijven die fossiele brandstoffen gebruiken.’

De infrastructuur voor deze rechtse overname is door filantropie opgebouwd – iets wat we al 30 jaar weten. In 1997 publiceerde Sally Covington: Moving a public policy agenda: De strategische filantropie van conservatieve stichtingen. Hierin stelt ze: ‘Ten eerste werd bijna de helft van het totale geld gegeven als algemene steun - in tegenstelling tot specifieke projectsteun - wat de begunstigden zowel een tijdelijke adempauze van fondsenwerving gaf als de luxe om te beslissen hoe ze het geld wilden besteden. Ten tweede waren de donaties gericht op het opbouwen van instellingen, niet op programma's, waarbij financiers jarenlang trouw bleven aan hun begunstigden.’

Ten tijde van deze publicatie was er discussie over hoe progressieve financiers dit model zouden kunnen volgen, maar er is weinig veranderd. Twee decennia later werd in een artikel van Vu Le opgemerkt: 'Conservatieve donoren financieren sneller, met meer focus, met meer geld dan algemene operationele fondsen. Ze investeren over langere perioden in infrastructuur en instellingen in plaats van alleen projecten en enkelvoudige kwesties en zien begunstigden als partners, niet als profiteurs.'

In 2019 produceerden Barry Gaberman, Merrill Sovner en William Moody Lessons from Five Pooled Funds in Eastern Europe. Dit was een onderzoek naar de langetermijneffecten van financiering door progressieve donoren van het maatschappelijk middenveld na de val van de Berlijnse Muur. Ze ontdekten dat de factoren die goed werkten voor progressieve financiers dezelfde waren als die voor conservatieve financiers: ‘In tegenstelling tot de conventionele wijsheid op het gebied van het toekennen van donaties, is het op de lange termijn een slimme investering gebleken om operationele steun te bieden, activa te financieren zoals vastgoedaankopen en schenkingen, en individuen te ondersteunen via studiereizen en beurzen.’

Wat veelzeggend is in het bovenstaande citaat is de zinsnede 'In tegenstelling tot de conventionele wijsheid'. De conventionele aanpak van progressieve fondsen focust op kortetermijnprojecten rondom één probleem, gericht op een behoeftige of gemarginaliseerde groep. Deze worden vaak beoordeeld met een log frame dat bedoeld is om snelle resultaten te meten. Zoals Barry Gaberman en collega's laten zien, leidt deze aanpak echter tot weinig duurzame verandering.

Uit ons laatste overleg over Hervorming van Internationale Samenwerking blijkt dat de progressieve filantropie en het maatschappelijk middenveld weinig capaciteit of steun van de bevolking heeft om de dreigingen van radicaal-rechts aan te pakken. Zo werd bijvoorbeeld opgemerkt:

‘Filantropie opereert nog steeds alsof we aan het einde van de geschiedenis staan, toen het leek alsof de opkomst van de democratie de enige speler was, de economische ontwikkeling voor een steeds grotere welvaart zou zorgen en burgers een actieve rol zouden spelen bij het tot stand brengen van een goede samenleving.’

‘Momenteel ontbreekt het aan vertrouwen, zijn reacties te traag en versnipperd, en is er geen langetermijnplan. Logo, silo en ego krijgen voorrang boven systemische verandering. Dit moet veranderen.’

In een tijd waarin internationale samenwerking zichtbaar uiteenvalt, ooit progressieve landen als Zweden en Nederland naar rechts verschuiven, en de VN weer wordt verlamd door vetorechten van permanente Veiligheidsraad-leden, gaan we de komende maanden ideeën uitwisselen om een samenhangend verhaal van verandering te weven. Hierbij laten we ons inspireren door #ShiftThePower, dat erin geslaagd is delen van een ecosysteem te verenigen, dat nog steeds wordt gedomineerd door ego, logo, silo en halo.

Maar eerst moeten we wakker worden.


Barry Knight is secretaris van de Trustees van Centris, adviseur van het Global Fund for Community Foundations en lid van het managementteam van Philanthropy for Social Justice and Peace.
 

Een uitgebreidere versie van deze blog verscheen eerder in Alliance magazine.
(Ingekorte) vertaling door: Suzette de Boer.